Opdrachten in het menu Uitvoeren:
Naam |
Functie | Sneltoets: |
---|---|---|
Verschillende stapopdrachten |
Met deze opdracht kunt u stapsgewijs de code doorlopen waarvoor de foutopsporing actief is. De opdracht is alleen zichtbaar wanneer het perspectief Fouten opsporen is geactiveerd. |
|
Naar regel gaan |
Als een thread is onderbroken, is het mogelijk de uitvoering te hervatten totdat een specifieke regel wordt uitgevoerd. Dit is een handige manier om de uitvoering van een regel te onderbreken zonder een onderbrekingspunt in te stellen. De opdracht is alleen zichtbaar wanneer het perspectief Fouten opsporen is geactiveerd. |
|
Laatst gestart uitvoeren |
Met deze opdracht kunt u snel de laatstgebruikte toepassing opnieuw starten in de werkstand Uitvoeren (als deze werkstand wordt ondersteund). |
Ctrl+F11 |
Fouten in laatst gestart opsporen |
Met deze opdracht kunt u snel de laatstgebruikte toepassing opnieuw starten in de werkstand Fouten opsporen (als deze werkstand wordt ondersteund). |
F11 |
Historie uitvoeren |
Een submenu afbeelden met de recente historie van gestarte configuraties in de werkstand Uitvoeren. |
|
Uitvoeren als |
Een submenu afbeelden met geregistreerde snelkoppelingen voor starten en uitvoeren. Snelkoppelingen voor starten bieden ondersteuning aan startacties die zijn gebaseerd op een selectie in de workbench of in een actieve editor. |
|
Uitvoeren... |
Met deze opdracht wordt het dialoogvenster voor startconfiguraties geopend. Hierin kunt u startconfiguraties in de werkstand Uitvoeren beheren. |
|
Foutopsporingshistorie |
Een submenu afbeelden met de historie van startconfiguraties die in de foutopsporingswerkstand zijn geopend. |
|
Fouten opsporen als |
Een submenu afbeelden met geregistreerde snelkoppelingen voor het starten van foutopsporing. Sneltoetsen voor starten ondersteunen startacties die gebaseerd zijn op een selectie in de workbench of in een actieve editor. |
|
Fouten opsporen... |
Met deze opdracht wordt het dialoogvenster voor startconfiguraties geopend. Hierin kunt u startconfiguraties in de werkstand Fouten opsporen openen. |
|
Controleren |
Met deze opdracht kunt u een controle-item maken. Een controle-item is een expressie in de view Expressie, waarvan de waarde tijdens de foutopsporing wordt bijgewerkt. |
|
Inspecteren |
Als een thread wordt onderbroken, beeldt u met deze opdracht in de view Expressies het resultaat af van de inspectie van de geselecteerde expressie of variabele in de context van een stackframe of variabele in de thread. |
Ctrl+Shift+I |
Weergave |
Als een thread wordt onderbroken, beeldt u met deze opdracht in de view Weergave het resultaat af van de evaluatie van de geselecteerde expressie in de context van een stackframe of variabele in de thread. Als het huidige actieve gedeelte een editor voor Java-codefragmenten is, wordt het resultaat hier afgebeeld. |
Ctrl+Shift+D |
Uitvoeren |
Met deze opdracht kunt u in de editor voor Java-codefragmenten een expressie evalueren. Het resultaat wordt echter niet afgebeeld. |
Ctrl+E |
Regelonderbrekingspunt inschakelen/uitschakelen |
Met deze opdracht kunt u een Java-regelonderbrekingspunt toevoegen aan of verwijderen uit de geselecteerde regel in de actieve Java-editor. |
Ctrl+Shift+B |
Methode-onderbrekingspunt inschakelen/uitschakelen |
Met deze opdracht kunt u een methode-onderbrekingspunt toevoegen aan of verwijderen uit de huidige binaire methode. U kunt de binaire methode selecteren in de broncode in een editor voor Java-klassen of in een andere view (bijvoorbeeld de view Overzicht). |
|
Controlepunt inschakelen/uitschakelen |
Met deze opdracht kunt u een veldcontrolepunt toevoegen aan of verwijderen uit het huidige Java-veld. U kunt het veld selecteren in de broncode in een Java-editor of in een andere view (bijvoorbeeld de view Overzicht). |
|
Onderbrekingspunt voor Java-uitzondering toevoegen |
Met deze opdracht kunt u een onderbrekingspunt voor een uitzondering maken. Het is mogelijk om de uitvoering van een thread of de VM te onderbreken als een uitzondering wordt verworpen. U geeft hiertoe een onderbrekingspunt voor een uitzondering op. De uitvoering kan worden onderbroken op locaties waar de uitzondering afgevangen, niet-afgevangen of beide is. |
Foutopsporingsprogramma
Lokaal fouten opsporen
Fouten opsporen op afstand
Uitvoeren en fouten opsporen
Verbinding maken met een VM via de startconfiguratie Externe Java-toepassing
Regelonderbrekingspunten
Methode-onderbrekingspunten instellen
Uitzonderingen afvangen
View Fouten opsporen
Voorkeuren voor foutopsporing
Werkbalkacties voor uitvoeren en fouten opsporen