Nieuw |
Een Java-element of een nieuwe resource maken. U kunt configureren welke elementen worden afgebeeld in het vervolgmenu van Venster > Perspectief aanpassen. In een perspectief Java zijn standaardacties beschikbaar voor het maken van een project, pakket, klasse, interface, bronmap, plakboek, bestand en map. |
Ctrl+N |
Sluiten |
De huidige editor sluiten. Als de editor niet-opgeslagen gegevens bevat, wordt een dialoogvenster met een opdracht voor opslaan afgebeeld. |
Ctrl
+F4 |
Alle sluiten |
Alle editors sluiten. Als de editor niet-opgeslagen gegevens bevat, wordt een dialoogvenster met een opdracht voor opslaan afgebeeld. |
Ctrl
+Shift+F4 |
Opslaan |
Inhoud van huidige editor opslaan. Als de editor geen niet-opgeslagen wijzigingen bevat, is de actie uitgeschakeld. |
Ctrl
+S |
Opslaan als |
Inhoud van de huidige editor opslaan onder een nieuwe naam. |
|
Alle opslaan |
Inhoud van alle editors met niet-opgeslagen wijzigingen opslaan. Als geen enkele editor niet-opgeslagen wijzigingen bevat, is deze actie uitgeschakeld. |
Ctrl
+Shift+S |
Afdrukken |
Drukt de inhoud van de huidige editor af. Deze actie is ingeschakeld als een editor focus heeft. |
Ctrl
+P |
Eigenschappen |
Hiermee opent u de eigenschappenpagina's van de geselecteerde elementen. Als deze is geopend in een Java-project zijn de pagina's Java-Buildpad en Javadoc-locatie beschikbaar. Voor JAR-archieven configureert u hier de JAR-bronbijlage en de Javadoc-locatie. |
Alt
+Enter |
Ongedaan maken |
De laatste wijziging in de editor terugdraaien. |
Ctrl+Z |
Opnieuw uitvoeren |
Een ongedaan gemaakte wijziging opnieuw uitvoeren |
Ctrl
+Y |
Knippen |
Kopieert huidige geselecteerde tekst of element naar het klembord en verwijdert het element. Op elementen wordt deze verwijderingsactie niet uitgevoerd voordat het klembord is geplakt. |
Ctrl
+X |
Kopiëren |
Kopieert huidige geselecteerde tekst of elementen naar het klembord. |
Ctrl
+C |
Plakken |
Huidige inhoud als tekst in de editor, als element op hetzelfde niveau of als onderliggende element naar het huidige geselecteerde element plakken. |
Ctrl
+V |
Delete-toets |
Huidige tekst- of elementselectie wissen. |
Delete-toets |
Alles selecteren |
De gehele inhoud van de editor selecteren. |
Ctrl
+A |
Zoeken / Vervangen |
Dialoogvenster Zoeken / Vervangen openen. Alleen editors. |
Ctrl
+F |
Volgende zoeken |
Zoekt naar de volgende keer dat de huidige geselecteerde tekst voorkomt. Alleen editors. |
Ctrl
+K |
Vorige zoeken |
Zoekt naar de vorige keer dat de huidige geselecteerde tekst voorkomt. Alleen editors. |
Ctrl
+Shift+K |
Volgende incrementeel zoeken |
Start de werkstand Incrementeel zoeken. Nadat u deze werkstand hebt opgeroepen, geeft u de te zoeken tekst op in de statusbalk. Alleen editors. |
Ctrl
+J |
Vorige incrementeel zoeken |
Start de werkstand Incrementeel zoeken. Nadat u deze werkstand hebt opgeroepen, geeft u de te zoeken tekst op in de statusbalk. Alleen editors. |
Ctrl
+Shift+J |
Taak toevoegen |
Een door de gebruiker gedefinieerde taak toevoegen aan de huidige tekstselectie of aan het geselecteerde element. |
Alt
+Enter |
Selectie uitbreiden met |
Insluitelement: Selecteert insluitexpressie, -blok of -methode in de code. In deze actie wordt rekening gehouden met de Java-syntaxis. Het kan zijn dat de actie niet correct functioneert als de code syntaxisfouten bevat (Pijl omhoog). |
Alt
+Shift+Cursortoetsen |
Volgende element: selecteert het huidige en het volgende element (Pijl naar rechts). |
Vorige element:
Selecteert het huidige en het vorige element (Pijl naar links). |
Laatste selectie herstellen: Als u een selectie heeft uitgevouwen, kunt u hiermee de vorige versie van de selectie terugzetten. (Pijl omlaag). |
Beschrijving voorgrondinfo afbeelden |
Toont de waarde van een aanwijseffect dat verschijnt op de huidige cursorlocatie. Een dialoogvenster met bladermogelijkheid verschijnt en de beschrijvingen worden niet afgekort. |
F2 |
Contenthulp |
Opent een dialoogvenster met contexthulp op de huidige plaats van de cursor waarin Javacodehulp-suggesties en -sjablonen worden aangeboden. Voor de beschikbare sjablonen kunt u de voorkeurenpagina Sjablonen raadplegen (Venster > Voorkeuren > Java > Editor >
Sjablonen) en voor het configureren van het gedrag van de Codehulp raadpleegt u de voorkeurenpagina Editor (Venster > Voorkeuren > Java > Editor > Codehulp). |
Ctrl
+Spatiebalk |
Snelfix |
Als de cursor zich bevindt op een locatie met probleemindicatie, wordt het dialoogvenster Contexthulp geopend op de huidige cursorpositie. Hierin worden correctiemogelijkheden aangeboden. |
Ctrl
+1 |
Parameterhints |
Als de cursor zich bevindt op de parameterspecificatie voor methodeverwijzing, toont deze actie een aanwijseffect met gegevens over parametertypen. De parameter op de huidige cursorlocatie wordt vet afgebeeld. |
Ctrl
+Shift+Spatiebalk |
Openen |
Probeert het element waarnaar wordt verwezen door de huidige codeselectie om te zetten en opent het bestand dat de verwijzing definieert. |
F3 |
Typehiërarchie openen |
Probeert het element waarnaar wordt verwezen door de huidige codeselectie om te zetten en opent het element in de view Typehiërarchie. Als deze actie wordt aangeroepen op elementen, wordt de typehiërarchie van het element geopend. Ondersteund in Java-editor en views met Java-elementen. |
F4 |
Extern Javadoc openen |
Opent de Javadoc-documentatie van het huidige geselecteerde element of van de tekstselectie.
De locatie van de Javadoc van een JAR of een project wordt opgegeven op de pagina eigenschappen Javadoclocatie voor projecten of JAR-bestanden. Merk op dat deze externe Javadoc-documentatie mogelijk niet up-to-date is met de in de huidige code opgegeven Javadoc. U kunt Javadocdocumentatie van bronbestanden in een Javaproject maken met behulp van de Javadocexport-wizard. |
Shift
+F2 |
Type openen |
Het dialoogvenster Typeselectie openen verschijnt voor het openen van een type in de editor. In het dialoogvenster Typeselectie openen worden alle typen die in het werkgebied bestaan, afgebeeld. |
Ctrl
+Shift+T |
Type openen in hiërarchie |
Het dialoogvenster Typeselectie openen verschijnt voor het openen van een type in de editor en de view Typehiërarchie. Het dialoogvenster Typeselectie openen toont alle typen die bestaan in het werkgebied. |
Ctrl+Shift
+H |
Overzicht afbeelden |
Opent het lichtgewicht overzichtsprogramma voor het huidige geselecteerde type. |
Ctrl
+O |
Ga naar volgende probleem |
Selecteert het volgende probleem. Ondersteund in de Java-editor. |
Ctrl
+. |
Ga naar vorige probleem |
Selecteert het vorige probleem. Ondersteund in de Java-editor. |
Ctrl
+, |
Ga naar locatie laatste wijziging |
Ga naar de locatie waar de laatste bewerking heeft plaatsgevonden. |
Ctrl
+Q |
Ga naar regel |
Opent een dialoogvenster waarin u een regelnummer kunt opgeven waar u de editor heen wilt laten springen. Alleen editors. |
Ctrl
+L |
Commentaar |
Schakelt met commentaarteken alle regels uit die de huidige selectie bevatten. |
Ctrl+/ |
Commentaar uitschakelen |
Schakelt commentaar uit van alle regels die de huidige selectie bevatten. |
Ctrl
+\ |
Verschuiven naar rechts |
Vergroot de inspringing van de huidige geselecteerde regels. Deze actie wordt alleen geactiveerd als de selectie meerdere regels omvat of een gehele regel. |
Tab |
Verschuiven naar links |
Verkleint de inspringing van de huidige geselecteerde regels. Deze actie wordt alleen geactiveerd als de selectie meerdere regels omvat of een gehele regel. |
Shift
+Tab |
Opmaken
|
Gebruikt de Code Formatter voor het opmaken van de huidige tekstselectie. De indelingsopties worden geconfigureerd op de voorkeurenpagina van de Code-indeler (Venster > Voorkeuren > Java > Code-indeler). |
Ctrl
+Shift+F |
Imports organiseren |
Organiseert de importdeclaraties in de compilatie-eenheid die op dat moment open of geselecteerd is.
Onnodige importdeclaraties worden verwijderd en de wel vereiste declaraties worden gesorteerd op de wijze die is opgegeven in de voorkeurenpagina Import organiseren (Venster > Voorkeuren > Java > Import organiseren). Import Organiseren kan worden uitgevoerd op een onvolledige bron en u ontvangt een aanwijzing als een typenaam waarnaar verwezen wordt niet uniek kan worden toegewezen aan een type in het huidige project. U kunt ook meerdere compilatie-eenheden organiseren door de actie op te roepen op een pakket of door een set van compilatie-eenheden te selecteren. |
Ctrl
+Shift+O |
Import toevoegen |
Maakt een importdeclaratie voor een typeverwijzing die op dat moment is geselecteerd. Als de typeverwijzing is gekwalificeerd, wordt deze kwalificatie indien mogelijk verwijderd. Als de typenaam waarnaar verwezen wordt niet uniek kan worden toegewezen aan een type van het huidige project, ontvangt u een aanwijzing waarin u wordt gevraagd het correcte type op te geven. Tijdens de actie Import Toevoegen wordt geprobeerd de importvolgorde te volgen die is opgegeven op de voorkeurenpagina Import organiseren. |
Ctrl+Shift+M |
Ongedaan maken |
Maakt de laatste herstructurering ongedaan. De buffer voor het ongedaan maken van herstructurering is alleen geldig als geen andere wijzigingen aan de bron zijn aangebracht dan de herstructurering. |
Alt+Shift
+Z |
Opnieuw uitvoeren |
Voert de laatste ongedaan gemaakte herstructurering opnieuw uit. De buffer voor het ongedaan maken/opnieuw uitvoeren van herstructurering is alleen geldig als geen andere wijzigingen aan de bron zijn aangebracht dan de herstructurering. |
Alt
+Shift+Y |
Naam wijzigen |
Opent het dialoogvenster voor het wijzigen van de naam van de herstructurering: de naam van het geselecteerde element wordt gewijzigd en (indien ingeschakeld) alle verwijzingen naar de elementen (ook in andere bestanden) worden gecorrigeerd. Deze actie is beschikbaar voor methoden, velden, lokale variabelen, methodeparameters, typen, compilatie-eenheden, pakketten, bronmappen, projecten en voor tekstselecties die worden omgezet in een van deze elementtypen. |
Alt
+Shift+R |
Verplaatsen |
Opent het dialoogvenster voor het verplaatsen van de herstructurering: het geselecteerde element wordt verplaatst en (indien ingeschakeld) alle verwijzingen naar de elementen (ook in andere bestanden) worden gecorrigeerd. Deze actie kan worden toegepast op een instance-methode (die kan worden verplaatst naar een component), een of meer statische
methoden, statische velden, typen, compilatie-eenheden, pakketten, bronmappen, projecten en op tekstselecties die worden omgezet in een van deze typen elementen. |
Alt
+Shift+V |
Integreren |
Opent het dialoogvenster Integreren. Integreert lokale variabelen, methoden of constanten.
Deze herstructurering is beschikbaar voor methoden, static final-velden en tekstselecties die kunnen worden omgezet in methoden, static final-velden of lokale variabelen. |
Alt
+Shift+I |
Methode extraheren |
Opent het dialoogvenster Methode herstructurering extraheren. Definieert een nieuwe methode die de huidige geselecteerde instructies of expressie bevat en vervangt de selectie door een verwijzing naar de nieuwe methode. U kunt Selectie Uitvouwen in het menu Bewerken gebruiken voor een geldig selectiebereik. Deze functie is nuttig voor het ordenen van lange, rommelige of te gecompliceerde methoden. |
Alt
+Shift+M |
Lokale variabele extraheren |
Opent het dialoogvenster Variabele herstructurering extraheren. Definieert een nieuwe variabele die wordt toegewezen aan de huidige geselecteerde expressie en vervangt de selectie door een verwijzing naar de nieuwe variabele. Deze herstructurering is beschikbaar voor tekstselecties die worden omgezet in lokale variabelen. U kunt Selectie Extraheren in het menu Bewerken gebruiken om een geldig selectiebereik te krijgen. |
Alt+Shift+L |