Tips en trucs

Met behulp van de volgende tips en trucs kunt u uw productiviteit verhogen. Deze zijn onderverdeeld in de volgende secties:

Workbench

Waar was ik gebleven? In Workbench-editors wordt een navigatiehistorie bijgehouden. Als   u een tweede editor opent terwijl u met bewerken bezig bent, kunt u op de knop Navigeren> Terug (Alt+Pijl naar links, of op Pictogram pijl naar links de pijl naar links op de werkbalk van de workbench) klikken om terug te gaan naar de vorige editor. Dit maakt het werken met verschillende geopende editors een stuk eenvoudiger.
Ctrl+E Editorlijst U kunt editors snel overschakelen met behulp van de toetsencombinatie Ctrl+E waarmee u een lijst opent met alle open editors. In de lijst wordt Aanvullen ondersteund voor het zoeken naar de editor en voor het sluiten van editors kunt u een voorgrondmenu of de Delete-toets gebruiken.
Wilt u iedere sessie helemaal opnieuw beginnen? Met behulp van een instelling op de voorkeurenpagina Algemeen > Editors worden alle openstaande editors automatisch gesloten op het moment dat u afsluit. Dit maakt de opstartprocedure schoner en iets sneller.
Editors openen met slepen en neerzetten U kunt een editor openen voor een item door het item te slepen uit de Navigator of Pakketverkenner en het neer te zetten boven het editorgebied.
Editorwerkgebied splitsen U kunt slepen en neerzetten gebruiken om de indeling van uw editorwerkgebied te wijzigen. Sleep een editortab naar de rand van het editorwerkgebied. Met de pijlpictogrammen voor aankoppeling (bijvoorbeeld Pictogram Pijl naar links) wordt aangegeven aan welke kant het editorwerkgebied wordt gesplitst.

Gesplitst werkgebied editor

Editors openen door te klikken Gebruik de instelling Werkstand openen op de voorkeurenpagina Algemeen om het openen van editors met één klik te activeren. In de werkstand Een keer klikken, kunt u met één klik op een bestand in de view Navigator (en vergelijkbare views) het bestand onmiddellijk selecteren en openen.
Alle open items samenvouwen Gebruik de knop Alle samenvouwen op de werkbalk van de view Navigator (en vergelijkbare views) om alle uitgevouwen items van het project en de map samen te vouwen.

De knop Alle samenvouwen op de Navigator-werkbalk

Algemeen zoeken/vervangen Gebruik Zoeken > Bestand in het hoofdmenu om op te geven welke tekst u wilt vervangen en het bereik waarin u de tekst wilt vervangen. Druk vervolgens op Vervangen....
Vervangen in de view Zoeken U kunt de overeenkomsten in de bestanden vervangen door Vervangen... of Geselecteerde vervangen... te kiezen in het voorgrondmenu in de view Zoeken.
View koppelen aan huidige open editor

De view Navigator van de resource (en vergelijkbare views) is standaard niet strak gekoppeld aan de huidige openstaande editor. Dit betekent dat als een editor wordt gesloten of gewisseld, de selectie in de view Navigator niet wordt gewijzigd. Met het inschakelen van de knop Koppelen aan editor op de werkbalk van de view Navigator kunt u de view zo instellen dat deze altijd het huidige bestand dat wordt bewerkt, toont.

Pakketverkenner gekoppeld aan editor

Handmatige synchronisatie van editor/view De opdracht Navigeren > Afbeelden in levert een eenduidige manier om te navigeren van een open editor naar een view die het bijbehorende bestand afbeeldt (bijvoorbeeld in de view Navigator van de bron) of van een bestand dat in de ene view is geselecteerd naar hetzelfde bestand in een andere view (bijvoorbeeld van de view Navigator van de bron naar de view Pakketverkenner).

Als u Alt+Shift+W gebruikt, wordt een snelkoppelingsmenu geopend met de beschikbare viewdoelen.

Snelkoppelingsmenu voor de opdracht Afbeelden in

Snel navigeren tussen views, editors en perspectieven U treft in het menu Venster > Navigatie een aantal manieren aan om snel te navigeren tussen de verschillende views, editors, perspectieven en menu's in de workbench. Voor deze opdrachten bestaan sneltoetsen: Ctrl+F6 gebruikt u om te schakelen tussen de editors, Ctrl+F7 om te schakelen tussen de views, Ctrl+F8 om te schakelen tussen de perspectieven en F12 om de editor te activeren.

Menu Sneltoetscombinaties

Als u direct wilt navigeren naar een bepaalde view kunt u een sneltoetscombinatie naar een view definiëren op de voorkeurenpagina Algemeen > Toetsen.

Editors vastzetten Als de voorkeur Editors automatisch sluiten is ingeschakeld (op de voorkeurenpagina Algemeen > Editors), kunt u het sluiten van een editor tegenhouden met behulp van de knop Editor vastzetten op de werkbalk van de workbench.

De knop Editor vastzetten

Editortabs opnieuw rangschikken U kunt de volgorde van open editors rangschikken met behulp van slepen en neerzetten. U sleept de editortab naar de positie waar u de editor wilt plaatsen. Bij het plaatsen van de editors, geeft het stapelpictogram Stapelpictogram een geldige positie aan om de tab neer te zetten.
Views en editors minimaliseren Hebt u te weinig ruimte? U kunt proberen de ongebruikte views te minimaliseren om schermruimte terug te winnen. Elke stapel views bevat een pictogram Minimaliseren naast het pictogram voor Maximaliseren.

Geminimaliseerde Viewstapel

Views en editors maximaliseren U kunt een view of editor maximaliseren door te dubbelklikken op de titelbalk van de view of op de editortab. Als u opnieuw dubbelklikt, wordt de view of editor weer teruggezet op normale grootte.
Met snelviews de ruimte op schermen beheren Snelviews kunt u gebruiken om ruimte op het scherm vrij te maken terwijl de snelviews gemakkelijk toegankelijk blijven. Als u op het pictogram voor een snelview klikt, wordt deze afgebeeld over de andere views heen. De snelview verdwijnt zodra u ergens buiten de view klikt. Met de Snelviewopdracht in het systeemmenu van de view kunt u de snelview in- of uitschakelen. U kunt ook een snelview maken door de view naar de snelkoppelingsbalk in de linkeronderhoek te slepen.
Snelview- en perspectiefbalken De snelview- en perspectiefbalken kunnen in verschillende locaties worden gekoppeld, los van elkaar.

Standaard bevindt de perspectiefbalk zich in de rechterbovenhoek van het scherm. De balk kan ook linksboven, onder de hoofdwerkbalk of helemaal links worden gekoppeld. U kunt deze verplaatsen met behulp van het voorgrondmenu van de perspectiefbalk of via de voorkeurenpagina Algemeen > Presentatie.

Voorgrondmenu van perspectiefbalk

Standaard bevindt de snelviewbalk zich in de linkeronderhoek van het scherm. Net als de perspectiefbalk kan ook de snelviewbalk elders worden gekoppeld. Dit kunt u doen door het gebied naar de linker- of rechterkant van het scherm te slepen (of terug naar onder als de snelviewbalk zich al op een van deze alternatieve posities bevindt).

Snelviewgebied

Ontkoppelde views

U kunt een view ontkoppelen zodat u deze op een andere plek kunt plaatsen, bijvoorbeeld in een ander Eclipse-venster.

Klik met de rechtermuisknop op de view die u wilt verplaatsen en selecteer "Ontkoppeld" in het menu. (U kunt de view ook via de tab slepen en de view ontkoppelen van de plek in het perspectief.)

Schermafbeelding van de optie 'Ontkoppeld' in het voorgrondmenu

Plaats het venster vervolgens op de gewenste plek. U kunt ook andere views naar hetzelfde venster slepen.

Schermafbeelding van de zwevende view

Om terug te gaan naar de oorspronkelijke positie, gebruikt u de optie Herstellen in het voorgrondmenu. (U kunt de view ook via de tab slepen.)

Het formaat van een dialoogvenster herstellen Van veel Eclipse-venster kunt u het formaat wijzigen en veel vensters worden geopend in het vorige formaat en de vorige positie. Hoewel dit in veel gevallen nuttig is, kan het voorkomen dat u het standaardformaat van het dialoogvenster wilt herstellen. Hiertoe dubbelklikt u in de lege ruimte onder in het dialoogvenster in de buurt van de knoppen van het dialoogvenster.
Indeling van een perspectief herstellen Het aanpassen van de indeling en het sluiten van views in een perspectief kan ertoe leiden dat het niet meer wordt herkend en dat er nog maar moeilijk mee kan worden gewerkt. Als u het in een bekende status wilt terugzetten, gebruikt u Venster > Perspectief herstellen.
Door gebruiker aan te passen
toetskoppelingen
Als u merkt dat u dezelfde opdracht herhaaldelijk gebruikt, kunt u uw werkzaamheden stroomlijnen door toetsencombinaties toe te wijzen om deze opdracht te initiëren. U kunt nieuwe toetskoppelingen en bestaand toetskoppelingen bekijken via de voorkeurenpagina Algemeen > Toetsen.

Dialoogvenster Voorkeuren toetskoppelingen

Alle toetsenbordsnelkoppelingen bekijken Als u met uw favoriete editors en views in Eclipse werkt, kunt u op Ctrl+Shift+L drukken om een volledige lijst te bekijken van de momenteel beschikbare toetskoppelingen. Dit is een uitstekende manier om te zien welke opties beschikbaar zijn in de gebruikersinterface en om uw productiviteit te verhogen door meer toetskoppelingen te leren. Deze informatie is ook beschikbaar op de verbeterde voorkeurenpagina Algemeen > Toetsen.

Schermopname van toetskoppelingen

Toetskoppelingenhulp

Eclipse ondersteunt toetskoppelingen die meer dan één toetsaanslag bevatten. Voorbeelden van deze toetskoppelingen zijn "Ctrl+X S" ("Opslaan" in de EMACS-toetsconfiguratie) of "Alt+Shift+Q Y" ("Synchronisatieview openen" in de standaard-toetsconfiguratie). Het is niet eenvoudig deze toetsen uit het hoofd te leren en het is ingewikkeld de combinaties te onthouden als u deze niet veel gebruikt. Het is nu mogelijk een klein voorgrondvenster te openen waarin de mogelijkheden voor voltooiing worden afgebeeld wanneer u al toetsen hebt ingedrukt.

Toetsenhulp

In de voorkeuren vindt u onder Algemeen > Toetsen het tabblad "Geavanceerd". Ga naar dit tabblad en selecteer "Help mij bij sneltoetscombinaties met meerdere toetsen".

Werkbalk en menubalk aanpassen U kunt de items aanpassen die op de hoofdwerkbalk en menubalk verschijnen met behulp van de opdracht Venster > Perspectief aanpassen.

Werkbalk en menubalk aanpassen

Verwijderde resources herstellen Selecteer een containerresource en gebruik Uit lokale historie herstellen om verwijderde bestanden te herstellen. U kunt meerdere bestanden tegelijk herstellen.

Dialoogvenster Uit lokale historie herstellen

Snellere werkgebiednavigatie Met behulp van Navigeren > Resource openen (Ctrl+Shift+R) wordt een dialoogvenster geopend waarmee u snel een editor en een willekeurig bestand in het werkgebied kunt vinden en openen. Op dezelfde manier wordt met Navigeren > Ga naar > Resource de resource uitgevouwen en wordt de resource geselecteerd in de view Navigator zelf, als deze focus heeft.
Resources kopiëren en verplaatsen U kunt bestanden en mappen slepen en neerzetten binnen de view Navigator, zodat u deze kunt verplaatsen. Als u de Ctrl-toets vasthoudt, kunt u kopieën maken.
Bestanden importeren U kunt snel bestanden en mappen importeren naar uw werkgebied door deze te slepen van het bestandssysteem (bijvoorbeeld van een Windows Explorer-venster) en neer te zetten in de view Navigator. De bestanden en mappen worden altijd in het project gekopieerd; dit heeft geen effect op de originelen. U kunt dit ook uitvoeren met kopiëren en plakken.
Bestanden exporteren Als u de bestanden en de map van de view Navigator naar het bestandssysteem sleept (bijvoorbeeld naar een Windows Explorer-venster) worden de bestanden en de map geëxporteerd. De bestanden en de map worden altijd gekopieerd; de werkgebiedresources blijven ongewijzigd. U kunt dit ook uitvoeren met kopiëren en plakken.
Projectenbeheer in werkgebied Gebruik de opdracht Project > Project sluiten om projecten te beheren binnen uw werkgebied. Als een project gesloten is, zijn de resources tijdelijk "offline" en verschijnen niet meer in de Workbench (de resources bevinden zich nog wel in het lokale bestandssysteem). Gesloten projecten nemen minder geheugenruimte in beslag. Bovendien kan het sluiten van een project de build-tijd verbeteren, omdat een gesloten project niet wordt onderzocht tijdens het uitvoeren van builds.
Configuratie beschrijven Bij het rapporteren van een probleem, is het vaak belangrijk dat u details kunt vastleggen over uw eigen instellingen. Als u op de knop Configuratiegegevens in het dialoogvenster Help > Over Product klikt, wordt er een bestand geopend met verschillende gegevens over de instellingen, waaronder pluginversies, voorkeursinstellingen en de inhoud van het interne logbestand. U kunt dit opslaan en het bestand als bijlage voegen bij uw probleemrapport.
Voltooide taken wissen U gebruikt de opdracht Voltooide taken wissen in het voorgrondmenu van de view Taken om alle voltooide taken te verwijderen uit deze view. Dit is handiger dan de voltooide taken afzonderlijk selecteren en wissen.
Resource-eigenschappen bekijken Gebruik de view Eigenschappen ( Venster > View afbeelden > Eigenschappen) voor het bekijken van de eigenschappen van vele resources. Deze view gebruiken, is sneller dan een dialoogvenster Eigenschappen openen voor elke resource.

Dialoogvenster Resource-eigenschappen

Snel een resource vinden Gebruik de opdracht Navigeren > Ga naar > Resource om snel een resource te vinden. Als de opdracht Ga naar > Resource niet in het perspectief verschijnt, kunt u deze toevoegen door Venster > Perspectief aanpassen, Overige > Resourcenavigatie te kiezen.
Extra resourcegegevens Labeldecoraties vormen een algemeen mechanisme waarmee extra gegevens over de resource kunnen worden afgebeeld. Gebruik de voorkeurenpagina Algemeen > Presentatie > Labeldecoraties om aan te geven welke van de beschikbare typen decoraties moeten worden weergegeven.
Resources filteren De views Navigator en Taken ondersteunen beide het filteren van hun items. U kunt bepalen welke items zichtbaar zijn door filters of werksets toe te passen. De Filters-opdrachten staan in het viewmenu. De werkset kunt u selecteren met behulp van de opdracht Werkset selecteren in het menu van de view Navigator. In de view Taken kan een werkset worden geselecteerd binnen het dialoogvenster Filters.
Snelfix in view Taken U kunt de opdracht Snelfix in de view Taken gebruiken voor een suggestie van een automatische fix voor het geselecteerde item. De opdracht Snelfix is alleen ingeschakeld als er een gesuggereerde fix is.
Padvariabelen maken Als u een gekoppelde map of een gekoppeld bestand maakt, kunt u de doellocatie ten opzichte van een padvariabele opgeven. Door padvariabelen te gebruiken, kunt u projecten met gekoppelde resources gemeenschappelijk gebruiken, zonder dat de teamleden precies hetzelfde pad in het bestandssysteem hoeven te hebben. U kunt een padvariabele definiëren op het moment dat u een gekoppelde resource maakt, of via de voorkeurenpagina Algemeen > Werkgebied > Gekoppelde resources.

Dialoogvenster Padvariabelen

Ziparchieven met elkaar vergelijken of met een map Selecteer twee ziparchieven of één archief en een map in de resourcenavigatorview en kies Vergelijken met > Elkaar in het voorgrondmenu van de view. De eventuele verschillen tussen de twee worden geopend in een vergelijkingseditor. Het bovenste venster toont alle archiefitems die verschillen vertonen. Als u dubbelklikt op een item wordt een vergelijking van de inhoud uitgevoerd in het onderste venster.

Dit functioneert in elke context waarin sprake is van bestandsvergelijking. Als dus via een CVS-synchronisatiebewerking een lijst is gemaakt met een archief in de resourceboomstructuur, kunt u hierop dubbelklikken om naar de verschillen te zoeken binnen het archief.

Overschakelen van werkgebied

In plaats van Eclipse af te sluiten en opnieuw te starten met een ander werkgebied, kunt u ook Bestand > Werkgebied wisselen kiezen.

Deze truc is ook handig als u bepaalde voorkeuren wijzigt waarvoor Opnieuw starten vereist is voordat de wijziging van kracht wordt (bijvoorbeeld Algemeen > Presentatie). U kunt snel opnieuw starten door eenvoudig werkgebieden over te schakelen naar uw huidige werkgebied.

Altijd op achtergrond uitvoeren

U kunt vele bewerkingen optioneel op de achtergrond uitvoeren zodat u kunt blijven werken terwijl de bewerkingen worden uitgevoerd.

Voortgangsvenster met knop Op achtergrond uitvoeren

Op de voorkeurenpagina Algemeen kunt u instellen dat bewerkingen altijd op de achtergrond moeten worden uitgevoerd, zodat nooit het begindialoogvenster verschijnt voor deze bewerkingen.

Voorkeur Altijd op achtergrond uitvoeren

Ongebruikte voorzieningen uitschakelen

Als er onderdelen zijn van het Eclipseplatform die u nooit gebruikt (u gebruikt bijvoorbeeld geen CVS-repository's of u ontwikkelt geen Plugins), kunt u deze geheel uitschakelen van de gebruikersinterface. De segmenten van de workbench die kunnen worden gefilterd, kunt u vinden op de voorkeurenpagina Algemeen > Voorzieningen. Met het uitschakelen van voorzieningen kunt u views, perspectieven, voorkeurenpagina's en andere bijdragen verbergen.

Voorkeurenpagina Voorzieningen

Bewerken

Een tekenreeks incrementeel zoeken Gebruik Bewerken> Incrementeel volgende zoeken (Ctrl+J) of Bewerken > Incrementeel vorige zoeken (Ctrl+Shift+J) om de werkstand Incrementeel zoeken te openen, en voer de tekenreeks in waarnaar u wilt zoeken. De treffers worden incrementeel gevonden zoals u deze invoert. De zoekreeks wordt afgebeeld in de statusregel. Druk op Ctrl+J of op Ctrl+Shift+J om naar de volgende of naar de vorige overeenkomst te zoeken. Druk op Enter of op Esc om de werkstand incrementeel zoeken af te sluiten.
Naar locatie laatste wijziging Navigeren > Naar locatie laatste wijziging (Ctrl+Q) brengt u terug naar de plaats waar u de laatste wijziging hebt aangebracht. Een overeenkomende knop met Pictogram Naar positie laatste wijziging wordt afgebeeld in de werkbalk. Als deze werkbalkknop niet in het perspectief verschijnt, kunt u deze toevoegen door Venster > Perspectief aanpassen, Overige > Editornavigatie te kiezen.
Snelkoppelingen voor het manipuleren met regels Alle teksteditors die zijn gebaseerd op het Eclipse-editorframework ondersteunen functies voor bewerken, waaronder het omhoog of omlaag verplaatsen van regels (Alt+pijl omhoog en Alt+pijl omlaag), het kopiëren van regels (Ctrl+Alt+pijl omhoog en Ctrl+Alt+pijl omlaag), een nieuwe regel boven of onder de huidige regel invoegen (Ctrl+Shift+Enter en Shift+Enter) en hoofdletters omzetten in kleine letters of vice versa (Ctrl+Shift+Y en Ctrl+Shift+X).
Snel vergelijken: terwijl u bezig bent, bekijken wat u hebt gewijzigd Snel vergelijken levert een met kleuren gecodeerde indicatie van wijzigingen terwijl u gegevens aan het invoeren bent. Deze optie kan voor teksteditors worden ingeschakeld met behulp van het voorgrondmenu van de liniaal, met Ctrl+Shift+Q of, voor alle nieuwe editors, op de voorkeurenpagina Algemeen > Editors > Teksteditors > Snel vergelijken. De kleuren tonen toevoegingen, verwijderingen en wijzigingen van de editorbuffer in vergelijking met een referentie, bijvoorbeeld met de inhoud van het bestand op schijf of de laatste CVS-herziening.

Snel vergelijken

Wanneer de muisaanwijzer wordt geplaatst boven een wijziging in de verticale liniaal verschijnt een aanwijseffect dat de oorspronkelijke inhoud bevat die u kunt terugzetten met behulp van het voorgrondmenu van de liniaal. U kunt Snel vergelijken ook in- en uitschakelen met het voorgrondmenu.

De presentatie van annotaties aanpassen U kunt de presentatie van annotaties in editors aanpassen met behulp van de voorkeurenpagina Algemeen > Editors > Teksteditors > Annotatie:

Pagina voorkeuren Annotaties

Volgende / vorige navigatie U kunt Ctrl+ en Ctrl+ gebruiken om naar de volgende en de vorige zoekovereenkomsten, editorfouten of vergelijkingsverschillen te navigeren. Dit zijn de sneltoetsen voor Navigeren > Volgende en Navigeren > Vorige.
Ondersteuning voor regelscheidingsteken

U kunt het regelscheidingsteken instellen dat wordt gebruikt als u nieuwe tekstbestanden maakt. U kunt een enkele instelling opgeven voor het hele werkgebied, of voor een bepaald project. Hiervoor gebruikt u de voorkeurenpagina Algemeen > Werkgebied. Verder kunnen omzettingen van regelscheidingstekens nu worden toegepast op projecten, folders en bestanden en niet alleen op de inhoud van een enkele editor.

Schermopname van het dialoogvenster voor het standaardscheidingsteken

Woordaanvulling

U kunt in elke teksteditor een voorvoegsel aanvullen van een woord dat voorkomt in alle editors of buffers die momenteel zijn geopend. De standaardtoetskoppeling voor de woordaanvulling is Alt+/. (Ctrl+. op de Mac).

Naamloze bestanden openen

Er kan een teksteditor worden geopend zonder dat u eerst een bestand maakt: kies Bestand > Nieuw > Tekstbestand zonder titel.

Ant

Opstarten vanuit het voorgrondmenu U kunt een Ant-build opstarten vanuit het voorgrondmenu. Selecteer een Ant-buildbestand en kies vervolgens Uitvoeren > Ant-build in het voorgrondmenu. Om opties te configureren vóór het uitvoeren van de build, gebruikt u Uitvoeren > Ant-build.... Het dialoogvenster Configuratie starten wordt geopend. Een build kan ook worden gestart met behulp van het voorgrondmenu van het Ant-editoroverzicht.
Specificatie van JRE U kunt met behulp van de JRE-tab van het dialoogvenster Startconfiguratie de JRE opgeven waarin de Ant-build plaatsvindt voor een Ant-startconfiguratie. U kunt instellen dat de build wordt uitgevoerd in een aparte JRE (standaardinstelling) of in dezelfde JRE als het Eclipsewerkgebied. Opmerking: een aantal specifieke Eclipsetaken vereist dat de build-bewerking wordt uitgevoerd in dezelfde JRE als Eclipse.
Ant-doelen uitvoeren in de view Ant Als u een doel wilt uitvoeren, kunt u op het doel in de Ant-view dubbelklikken (dit is equivalent aan het selecteren van het doel en vervolgens de opdracht Uitvoeren kiezen in het voorgrondmenu).
Ant-builds beëindigen De opdracht Beëindigen in de console (of in de view Fouten opsporen) kan worden gebruikt voor het beëindigen van een Ant-build die op de achtergrond wordt uitgevoerd.
Ant-uitvoer en Ant-hyperlinks De uitvoer van Ant-builds wordt naar de view Console geschreven in dezelfde hiërarchische indeling als bij het uitvoeren van Ant via de opdrachtregel. Ant-taken (zoals "[mkdir]") zijn via een hyperlink gekoppeld aan het bijbehorende Ant-buildbestand, en javac-foutrapporten zijn via een hyperlink gekoppeld aan het bijbehorende Java-bronbestand en -regelnummer.

De console ondersteunt hyperlinks voor Javac en Jikes en ook voor het Eclipse Java-compileerprogramma. Al deze foutrapporten worden via een hyperlink gekoppeld aan het bijbehorende Java-bronbestand en -regelnummer.

Ant kan het vinden Als de snelkoppeling voor het starten van Uitvoeren > Externe tools > Uitvoeren als > Ant-build wordt gebruikt, wordt gezocht naar het buildbestand dat moet worden uitgevoerd, waarbij begonnen wordt in de map van de geselecteerde resource en van daaruit verder omhoog wordt gezocht (dit kan worden herkend als een Ant-feature voor "-zoeken"). De namen van de buildbestanden waarnaar moet worden gezocht, worden opgegeven op de voorkeurenpagina Ant.

Help

Afbeelden in extern venster Ondervindt u problemen bij het lezen van Help-onderwerpen vanuit de Help-view of het Help-vak? Gebruik de knop Afbeelden in extern venster Afbeelden in extern venster op de werkbalk om het document in een volledig Help-venster weer te geven.
Onderwerp zoeken Tijdens het lezen van een onderwerp kunt u zien waar het onderwerp in de inhoudsopgave is opgenomen door te klikken op de knop Inhoudsopgave afbeelden Inhoudsopgave afbeelden op de werkbalk.
Bladwijzers U kunt uw eigen lijst met bladwijzers naar pagina's van de Help-boeken bijhouden. U kunt een bladwijzer maken met de knop Pictogram Bladwijzer instellen Bladwijzer instellen op de werkbalk van de Help-browser. De bladwijzers worden afgebeeld op het tabblad Pictogram Bladwijzers Bladwijzers.
Voorgrondinfo Als u voorgrondinfo wilt gebruiken (in eerdere releases gebruikt voor contextgevoelige Help), kunt u op de voorkeurenpagina Help instellen dat voorgrondinfo moet worden gebruikt in plaats van de Help-view of het Help-vak.
Hulpbladen Hulpbladen bieden stapsgewijze instructies bij het uitvoeren van bepaalde taken. Om te zien welke hulpbladen aanwezig zijn, kiest u Help > Hulpbladen....
Status van hulpblad In een hulpblad wordt bijgehouden welke stappen zijn uitgevoerd, ook als u de hulpbladview sluit, een ander hulpblad opent of Eclipse afsluit.

Team - CVS

CVS Controle/Bewerken Het gedeelte "bewerken" van CVS Controle/bewerken wordt nu ondersteund. Via instellingen op de voorkeurenpagina Team > CVS > Bewaken/bewerken (die moet worden ingesteld voordat de projecten aan uw werkgebied worden toegevoegd), kunt u ervoor kiezen de CVS-server automatisch bericht te sturen zodra u een bestand gaat bewerken. De CVS-server zal vervolgens anderen, die op de controlelijst voor het betreffende bestand staan, bericht sturen. Als u een bestand gaat bewerken, krijgt u een waarschuwing als er anderen bezig zijn met hetzelfde bestand. Als u Team > Editors afbeelden kiest in het voorgrondmenu van een bestand, wordt een lijst afgebeeld met alle editors die op dat moment aan het bestand werken. Er zijn ook opdrachten Team > Bewerken en Wordt niet bewerkt.
Werkset voor geïmporteerde teamprojecten Er is een optie voor het maken van een werkset voor projecten die in het werkgebied zijn geïmporteerd via Importeren > Teamprojectset. Dit werkt voor alle repository-typen.

Dialoogvenster Teamprojectset importeren

CVS ondersteunt nu werksets Gebruikers kunnen nu werksets definiëren waarmee het aantal projecten kan worden beperkt dat in de view CVS-repository's wordt afgebeeld.
Verschillende versies vergelijken Selecteer een map of bestand in de view CVS-repository's en kies Vergelijken met in het voorgrondmenu, om de map of het bestand te vergelijken met een andere versie, vertakking of datum.
Verwijderde bestanden herstellen uit CVS Gewiste bestanden kunnen nu worden opgevraagd en hersteld vanuit de CVS-repository met behulp van de opdracht Team > Herstellen uit Repository , die beschikbaar is voor CVS-mappen en -projecten.
Synchronisatie vastzetten U kunt nu in de view Synchroniseren meerdere synchronisaties gedefinieerd en beschikbaar hebben. Gebruik in de view Synchroniseren de knop Vastzetten op de werkbalk voor het vastzetten van een synchronisatie. De volgende keer dat u synchroniseert, wordt een nieuwe synchronisatie gemaakt. Op deze manier kunt u verschillende resourcesets synchroniseren.
Wizard Uitchecken U kunt nu in één eenvoudige stap projecten uitchecken via de opdracht Bestand > Importeren > Wizard Projecten uitchecken uit CVS. Hiermee kunt u ook projecten uitchecken uit een CVS-server die het bladeren in de serverinhoud niet ondersteunt.
Zoeken in wijzigingen op CVS-wijzigingssets U kunt bladeren in een wijzigingenset die in de view Synchroniseren logisch gegroepeerd op auteur, commentaar en datum wordt afgebeeld. U activeert de layout door op de werkbalkknop Wijzigingsset te klikken. Deze layout kan worden gebruikt in de werkstand Inkomend tijdens het synchroniseren en tijdens het vergelijken.

Uitgaande wijzigingen groeperen

U kunt uitgaande wijzigingen groeperen in wijzigingssets in de view Synchroniseren. Om dit in te stellen, schalt u over naar de werkstand Uitgaand of Beide en kiest u Wijzigingsset in de vervolgkeuzelijst voor modellen op de werkbalk. U kunt vervolgens uitgaande wijzigingssets maken en er wijzigingen aan toewijzen.
Synchronisatie plannen U kunt een bepaalde synchronisatie zodanig plannen dat deze periodiek wordt uitgevoerd. U kunt vanuit de view Synchroniseren een CVS-synchronisatie plannen door middel van de actie Plannen... in het vervolgkeuzemenu van de view.
U wilt wijzigingen uitgeven naar een bestaande vertakking Als uw werkgebied wijzigingen bevat die u graag wilt vastleggen naar een andere vertakking dan de vertakking waar nu verbinding mee bestaat, kunt u de opdracht Team > Overschakelen naar een andere vertakking of versie uitvoeren zodat u overschakelt naar een andere vertakking. Met deze bewerking worden de gewijzigde bestanden niet gewijzigd en u kunt de bestanden nu vastleggen in een andere vertakking.
CVS-opstelling gemeenschappelijk gebruiken met anderen

U kunt de lijst met projecten die gemeenschappelijk worden gebruikt met CVS opslaan in een teamprojectset. Hiermee beschikt u over een gemakkelijke manier uw werkgebied opnieuw samen te stellen met gemeenschappelijk gebruikte CVS-projecten.

  1. Als u eenmaal de set projecten hebt uitgecheckt van de CVS-repository, kiest u Bestand > Exporteren in het hoofdmenu.
  2. Selecteer Teamprojectset in de lijst en selecteer vervolgens de projecten die moeten worden geëxporteerd. U kunt het gegenereerde bestand samen met uw team gemeenschappelijk gebruiken, zodat uw ontwikkelomgeving snel kan worden ingesteld.
  3. Om de projectset te importeren, kiest u Bestand > Importeren en selecteert u Teamprojectset. De projecten worden uit CVS uitgecheckt en een repositorylocatie wordt automatisch gemaakt.
Een beheerd CVS-bestand dat bewerkt maar niet vastgelegd werd, terugzetten

Er zijn twee manieren om dit te doen:

  1. U selecteert het bestand en in het voorgrondmenu kiest u Vervangen door > Meest recente uit HEAD.

of

  1. U selecteert het bestand of de bovenliggende map en in het voorgrondmenu kiest u Team > Synchroniseren met repository.
  2. Vervolgens schakelt u met behulp van de werkbalkknop van de view over naar de werkstand inkomend/uitgaand.
  3. U selecteert het bestand en in het voorgrondmenu kiest u Overschrijven en bijwerken.
Bovenliggend venster afbeelden in drierichtingsvergelijking Wanneer een CVS-synchronisatie een conflict veroorzaakt, is het nuttig het gemeenschappelijke bovenliggende item te bekijken waarop de twee conflicterende versies zijn gebaseerd.

U kunt het gemeenschappelijke bovenliggende item bekijken door de knop Bovenliggend venster afbeelden op de lokale werkbalk van de vergelijkingsviewer in of uit te schakelen.

Knop Bovenliggend venster afbeelden in vergelijkingsviewer

Als u het bovenliggende venster altijd automatisch open wilt hebben voor conflicten, kunt u de optie Bovenliggend venster bij begin afbeelden selecteren op het tabblad Tekstvergelijking van de voorkeurenpagina Vergelijken/Patch aanbrengen.

Samenvoegen in vergelijkingseditor U kunt inkomende wijzigingen in de vergelijkingseditor met één klik samenvoegen. Plaats de muisaanwijzer boven het kleine vierkantje op het midden van de lijn die de twee reeksen van een inkomende of conflicterende wijziging met elkaar verbindt. U kunt de wijziging accepteren met behulp van de knop die verschijnt.

Knop Samenvoegen

Let erop dat u hiervoor de optie Reeksen met enkelvoudige lijn verbinden moet inschakelen op de voorkeurenpagina Algemeen > Vergelijken/patch aanbrengen> Tekstvergelijking.

Contenthulp voor maken van vertakkingen en samenvoegen

Bij het maken van vertakkingen en samenvoegen met CVS, kunt u de contenthulp gebruiken in de tagvelden voor assistentie bij het selecteren van de juiste tag. Als u bijvoorbeeld vertakkingen aan het maken bent, kunt u contenthulp gebruiken om een tag te kiezen uit de lijst met vertakkingstags die aanwezig zijn voor de andere projecten in uw werkgebied. Bij het samenvoegen, kunt u de contenthulp gebruiken om de vertakking te kiezen die de wijzigingen bevat die u wilt samenvoegen. De samenvoegwizard probeert ook de juiste starttag te kiezen voor u zodat u deze niet handmatig hoeft te kiezen.

Dialoogvensters Filteren in tagselectie

Er zijn verschillende CVS-bewerkingen waarvoor u een tag kunt opgeven (bijvoorbeeld Vervangen door vertakking of versie, Vergelijken met vertakking of versie, Uitchecken, enzovoort). In deze dialoogvensters kunt u nu een gedeelte van de tagnaam invoeren (of eenvoudige naamfilters met behulp van * en ? als jokertekens) en alle tags weergeven die overeenkomen met wat u tot dusver hebt ingevoerd. Het uitvoeren van deze bewerkingen maakt het vinden van de gewenste tag aanzienlijk eenvoudiger.