Gebruikers kunnen merktekens definiėren en alle merktekens van een bepaald type opvragen. De typen merktekens worden gedefinieerd in een hiėrarchie met ondersteuning voor meervoudige overname. In merktekentypedefinities kunt u ook een aantal kenmerken opgeven die moeten of kunnen worden weergegeven voor een merkteken van dat type. Verder kunt u instellen of merktekens van dat type moeten worden bevroren.
Met behulp van het extensiepunt voor merktekens kunnen schrijvers van merktekens hun merktekentypen vastleggen onder een symbolische naam die vervolgens in het werkgebied kan worden gebruikt om merktekens te maken en op te vragen. De symbolische naam is het ID van de merktekenextensie. Bij het definiėren van een merktekenextensie is het raadzaam een beschrijvende en gemakkelijk leesbare weergavenaam in te voeren voor het kenmerk "name".
<!ELEMENT extension (super* , persistent? , attribute*)>
<!ATTLIST extension
point CDATA #REQUIRED
id CDATA #IMPLIED
name CDATA #IMPLIED>
<!ELEMENT super EMPTY>
<!ATTLIST super
type CDATA #REQUIRED>
<!ELEMENT persistent EMPTY>
<!ATTLIST persistent
value (true | false) >
<!ELEMENT attribute EMPTY>
<!ATTLIST attribute
name CDATA #REQUIRED>
<extension id=
"com.xyz.coolMarker"
point=
"org.eclipse.core.resources.markers"
name=
"Mijn merkteken"
>
<persistent value=
"true"
/>
<super type=
"org.eclipse.core.resources.problemmarker"
/>
<super type=
"org.eclipse.core.resources.textmarker"
/>
<attribute name=
"owner"
/>
</extension>
Copyright (c) 2002, 2005 IBM Corporation en anderen.
Alle rechten voorbehouden. Dit programma en het begeleidende materiaal zijn beschikbaar gesteld onder de voorwaarden van de Eclipse Public License v1.0 die bij deze distributie is geleverd en beschikbaar is op http://www.eclipse.org/legal/epl-v10.html.