Het manifest van het JAR-bestand definiëren
U kunt de belangrijkste onderdelen van het JAR-bestandsmanifest rechtstreeks in de wizard definiëren of een bestaand manifestbestand gebruiken.
Een nieuw manifest maken
-
Voer de procedure voor het maken van een JAR-bestand uit, maar klik tijdens de laatste stap op Volgende om door te gaan naar de pagina JAR-pakketopties.
-
Stel de gewenste geavanceerde opties in en klik nogmaals op Volgende om door te gaan naar de pagina JAR-manifestspecificatie.
-
Klik op Het manifestbestand genereren als deze knop nog niet is geselecteerd.
-
U kunt ervoor kiezen om het manifest nu op te slaan in de workbench. Hierdoor wordt het manifest bewaard voor later gebruik. Klik op Het manifestbestand opslaan in het werkgebied. Klik vervolgens op Bladeren naast het veld Manifestbestand en geef het pad en de bestandsnaam op.
-
Als u bij de vorige stap ervoor hebt gekozen om het manifestbestand op te slaan en als u op de vorige wizardpagina ervoor hebt gekozen om de JAR-beschrijving op te slaan, kunt u dit opnieuw gebruiken in de
JAR-beschrijving (door het selectievakje Het manifest opnieuw gebruiken en opslaan in het werkgebied in te schakelen). Zodoende wordt het opgeslagen bestand gebruikt wanneer het JAR-bestand opnieuw wordt
gemaakt met behulp van de JAR-beschrijving. Deze optie is nuttig als u het manifest wilt wijzigen of vervangen voordat het JAR-bestand opnieuw wordt gegenereerd op basis van de beschrijving.
-
Desgewenst kunt u het JAR-bestand verzegelen, bepaalde pakketten uitsluiten van verzegeling of een lijst met verzegelde pakketten opgeven. Standaard wordt geen enkel item verzegeld.
-
Klik op de knop Bladeren naast het veld Hoofdklasse om het ingangspunt voor uw toepassingen op te geven.
Opmerking: als uw klasse niet in de lijst voorkomt, bent u waarschijnlijk vergeten om deze aan het begin van de procedure te selecteren.
-
Klik op Voltooien. Het JAR-bestand wordt gemaakt, eventueel met een JAR-beschrijving en een manifestbestand.
Een bestaand manifestbestand gebruiken
Desgewenst kunt u een bestaand manifestbestand gebruiken.
-
Voer de procedure voor het maken van een JAR-bestand uit, maar klik tijdens de laatste stap op Volgende om door te gaan naar de pagina JAR-pakketopties.
-
Stel de gewenste geavanceerde opties in en klik nogmaals op Volgende om door te gaan naar de pagina JAR-manifestspecificatie.
-
Klik op het keuzerondje Bestaand manifest uit het werkgebied gebruiken.
-
Klik op Bladeren en selecteer een manifestbestand in de workbench.
-
Klik op Voltooien. Het JAR-bestand wordt gemaakt, eventueel met een JAR-beschrijving.
JDT (Java Development Tools)
Een nieuw JAR-bestand maken
Geavanceerde opties instellen
JAR-bestand exporteren