De SWT kan drie soorten fouten initiëren: IllegalArgumentException, SWTException en SWTError. Toepassingen zouden geen andere soorten uitzonderingen of fouten hoeven af te vangen bij het aanroepen van de SWT.
Opmerking: als een andere uitzondering dan deze drie vanuit de SWT wordt verworpen, moet dit als een programmafout in de SWT-implementatie worden beschouwd.
Als het mogelijk is, worden uitzonderingen consistent geïnitieerd op de platforms. Er zijn echter fouten die specifiek zijn voor een SWT-implementatie op een bepaald platform.
De argumenten die in SWT-API-methoden worden doorgegeven worden gecontroleerd op status en bereik voor het andere werk wordt gedaan. Er wordt een IllegalArgumentException verworpen als een argument ongeldig is.
Code die een IllegalArgumentException op een platform veroorzaakt, veroorzaakt dezelfde uitzondering op andere platforms.
Een SWTException wordt verworpen als een herstelbare fout intern in de SWT optreedt. De foutcode en berichttekst bevatten een nadere beschrijving van het probleem.
De SWT behoudt een bekende, stabiele status nadat de uitzondering is verworpen. Deze uitzondering wordt bijvoorbeeld verworpen als een SWT-aanroep wordt gedaan vanuit een thread die niet bij de interface hoort.
Een SWTError wordt verworpen als er een onherstelbare fout optreedt in de SWT.
De SWT verwerpt de fout een aanroep uit het onderliggende platform mislukt waardoor de SWT in een onbekende status verkeert of als in de SWT een onherstelbare fout is opgetreden, bijvoorbeeld als de resources voor grafische platformafbeeldingen op raken.
Als er een SWT-fout is opgetreden, kan een toepassing niet veel meer aan het probleem doen. Deze fouten mogen niet optreden tijdens de normale bewerkingen door een toepassing, maar zeer betrouwbare toepassingen moeten de fouten toch kunnen afvangen en melden.