JDT-structuur en API
Als JDT een volledig verzorgde Java-IDE bevat, waarom moet u dan de JDT-API gebruiken?
Als u een plugin bouwt die interactief werkt met Java-programma's of resources en hiervan deel uitmaakt, moet u wellicht het volgende doen:
- Java-resources programmatisch manipuleren, zoals het maken van projecten, het genereren van een Java-broncode, het uitvoeren van builds, of het ontdekken van problemen in de code.
- Het Java-programma programmatisch starten vanaf het platform
- Een nieuw type VM-startprogramma opgeven om een nieuwe groep Java-runtimes te ondersteunen
- Nieuwe functies en extensies aan de Java-IDE toevoegen
Als u de JDT-API in uw plugin wilt gebruiken, moet u de JDT-plugins als vereisten opnemen in uw plugin.xml.
- org.eclipse.jdt.core is de plugin waarmee de Java-kernelementen en de API worden gedefinieerd.
U moet deze plugin altijd opgeven als een vereiste.
- org.eclipse.jdt.ui is de plugin waarin de Java-gebruikersinterface-API is gedefinieerd. U moet deze plugin opgeven als een vereiste als u gebruikmaakt van de JDT-gebruikersinterfaceklassen.
- org.eclipse.jdt.junit is de plugin waarin de JUnit-integratie-API is gedefinieerd. U moet deze plugin opgeven als een vereiste als u gebruikmaakt van de JUnit-integratieklassen.
- org.eclipse.jdt.launching is de plugin waarin de ondersteuning voor het starten en de runtime van Java is gedefinieerd. U moet deze plugin opgeven als een vereiste als u Java Virtual Machines programmatisch moet starten.
- org.eclipse.jdt.debug is de plugin waarin het Java-foutopsporingsmodel is gedefinieerd.
U moet deze plugin opgeven als een vereiste als u objecten programmatisch moet openen in een programma waarin fouten worden opgespoord.
- org.eclipse.jdt.debug.ui is de plugin waarmee de gebruikersinterface-extensies voor Java-foutopsporing worden gedefinieerd. U moet deze plugin opgeven als een vereiste als u de bronzoeker- of de Java-startconfiguratietabbladen programmatisch moet openen.