Voordat u het project met andere gebruikers kunt delen, moet u eerst een beschikbare repository opgeven.
In het veld Host typt u het adres van de host (bijvoorbeeld "teamsamples.com").
In het veld Repositorypad typt u het pad voor de repository in bij het hostadres (bijvoorbeeld "/home/cvsroot/repositoryName").
In het veld Gebruiker typt u de gebruikersnaam waaronder u een verbinding maakt.
In het veld Wachtwoord typt u het veld wachtwoord.
In het veld Soort verbinding selecteert u het soort CVS-verbinding voor de repository (De standaardwaarde is pserver).
Laat de optie Standaardpoort gebruiken ingeschakeld staan.
Klik op Voltooien als u klaar bent.
Omdat de optie Locatie valideren na voltooien is ingeschakeld probeert de wizard nu om de informatie te valideren door een verbinding met de repository te maken. Hierbij kan om een wachtwoord worden gevraagd. Opmerking: De repositoryverbinding wordt alleen gebruikt om de gegevens te valideren.
U kunt zien dat er in de view CVS-repository's nu de nieuwe repositorylocatie wordt afgebeeld.