Tabblad Configuratie
De tab Configuratie is een geavanceerde tab waarop u de locatie van het standaardconfiguratiegebied en de inhoud van het bestand config.ini kunt wijzigen van de runtime Eclipse-toepassing die u aan het testen bent.
Configuratiegebied
Elke instance van een Eclipse-toepassing heeft een uniek configuratiegebied dat metagegevens, caches en configuratiebestanden bevat die door de runtime en Update Manager worden gelezen bij het opstarten.
Doorgaans is de locatie van de configuratie niet belangrijk. Daarom genereert PDE een uniek configuratiegebied voor elke startconfiguratie in het eigen metagegevensgebied. Dit configuratiegebied wordt verwijderd wanneer de startconfiguratie wordt verwijderd.
Desgewenst kan de gebruiker de locatie van het configuratiegebied zelf instellen. Variabelen in het pad worden ondersteund en daarom kunnen startconfiguraties gemeenschappelijk worden gebruikt met andere teamleden.
De optie Configuratiegebied wissen vóór starten is handig voor het testen hoe gegevens door plugins in dat gebied in de cache worden opgeslagen.
Configuratiebestand
Bij het opstarten leest de runtime een configuratiebestand genaamd config.ini, dat zich in de subdirectory configuration/ van het configuratiegebied bevindt dat is gekoppeld aan de instance van de Eclipse-toepassing. Dit bestand is een standaardeigenschappenbestand waarmee vele aspecten van de runtime kunnen worden geconfigureerd. Raadpleeg het document Eclipse-runtimeopties voor een volledige lijst met de ondersteunde eigenschappen.
De optie Bestand config.ini met standaardcontent genereren is de standaardoptie en wordt aanbevolen, tenzij u een aantal zeer specifieke behoeften hebt. Wanneer deze optie is geselecteerd, wordt door PDE een bestand config.ini gegenereerd met de volgende eigenschappen:
Met de optie Een bestaand config.ini-bestand gebruiken als sjabloon wordt een bestaand config.ini-bestand genomen en wordt er een kopie van gemaakt. Er worden door PDE geen eigenschappen toegevoegd aan of verwijderd uit dit bestand. De sleutels osgi.bundles en osgi.splashPath worden echter wel door PDE gewijzigd, door de generieke bundel-URL-waarden te vervangen door absolute paden die de werkelijke locatie van de bundels op schijf aangeven.