Resources van versiebeheer negeren

Wanneer u resources synchroniseert, is het mogelijk dat er resources zijn die u niet in de repository wilt vastleggen. Er zijn twee functies voor Negeren beschikbaar, waarin u kunt opgeven welke resources moeten worden uitgesloten van de bewerkingen Bijwerken en Vastleggen.

De eerste is een algemene functie voor Negeren die beschikbaar is in de workbench. De tweede is een Negeerfunctie van CVS, waarmee de inhoud van een speciaal bestand .cvsignore wordt gelezen, om vast te stellen wat moet worden genegeerd.

Waarom bestanden negeren bij het synchroniseren?

Er zijn vele bestanden die een gebruiker mogelijk niet wil vastleggen naar de repository.  Externe editors kunnen bijvoorbeeld tijdelijke bestanden in uw project maken. Bij het compileren van .java-bestanden worden .class-bestanden gemaakt, en ook bij veel buildbewerkingen worden binaire bestanden gemaakt. Deze bestanden kunnen samen behoorlijk groot worden. Bovendien worden ze mogelijk iedere keer dat een build wordt uitgevoerd, opnieuw gegenereerd, wat veel uitgaande wijzigingen tot gevolg heeft. Doorgaans zijn dit geen bestanden die u wilt delen met andere leden van het team of in de repository wilt laten staan.   

Algemene functie voor negeren

Een algemene functie voor negeren wordt door de workbench geleverd via de voorkeurenpagina Team. Er is een lijst met bestandspatronen waaraan resources moeten voldoen voordat deze voor versiebeheer in aanmerking komen. Deze patronen bevatten mogelijk de jokertekens "*" en "?". "*" staat voor een willekeurige reeks van nul of meer tekens. "?" staat voor één willekeurig teken. U kunt bijvoorbeeld het patroon "*~" opgeven voor elk tijdelijk bestand dat eindigt op "~". Alle bestanden of directory's die overeenkomen met een van de patronen worden genegeerd bij de bewerkingen Bijwerken of Vastleggen. Als u een bestandspatroon hebt opgegeven dat moet worden genegeerd, kunt u het negeren van het bestandspatroon tijdelijk uitschakelen door de selectie van dit patroon in de lijst ongedaan te maken. U hoeft het opgegeven patroon niet uit de lijst te verwijderen.

De patronen in deze algemene functie voor negeren worden tijdens de synchronisatiebewerking vergeleken met resourcenamen. Het is belangrijk te weten dat het pad naar de resourcenaam niet wordt vergeleken met het opgegeven patroon. Bijvoorbeeld: bij het pad "/path/to/file.txt", worden de opgegeven patronen alleen vergeleken met de tekenreeks "file.txt". Deze functie is niet bedoeld voor het opgeven van volledige bestandsnamen, maar alleen voor het opgeven van algemeen toegepaste patronen.

CVS-negeerfunctie

De Eclipse CVS-client herkent een bestand met de naam ".cvsignore" in elke directory van een project.   Dit is een standaardfunctie in CVS en vele bestaande CVS-projecten kunnen dit bestand bevatten.

Dit tekstbestand bevat een lijst met bestanden, directory's of patronen. Op dezelfde wijze als de algemene negeerfunctie, kunnen de jokertekens "*" en "?" voorkomen in een item van het bestand .cvsignore. Elk bestand of subdirectory van de huidige directory die overeenkomt met een van de patronen wordt genegeerd. Het is belangrijk op te merken dat de semantiek van dit bestand verschilt van het bestand van de algemene functie voor negeren. Het CVS-bestand geldt alleen voor bestanden en directory's die zich in dezelfde directory bevinden als het .cvsignore-bestand zelf. Een project kan in elke directory een .cvsignore-bestand bevatten. Zie http://www.cvshome.org voor meer informatie.

De resources die niet aan CVS (versiebeheer) zijn toegevoegd, kunnen worden genegeerd door Team > Toevoegen aan .cvsignore te selecteren in het voorgrondmenu van de resource in een van de navigatieviews. Deze menuoptie is ook beschikbaar in de view Synchroniseren.