Eclipse voorbereiden
Met behulp van deze sectie kunt u controleren of Eclipse correct is ingesteld voor Java-ontwikkeling.
Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
-
U begint met een nieuwe installatie van Eclipse met de standaardinstellingen.
-
U bent bekend met de basismechanismen van de workbench van Eclipse, zoals views en perspectieven.
Als u niet bekend met de basismechanismen van de workbench, raadpleegt u het hoofdstuk Aan de slag van het handboek voor de gebruiker.
JRE-installatie en klassenpadvariabelen controleren
-
Als u nog steeds de welkomstpagina van Eclipse ziet, klikt u op het pijlpictogram om Eclipse te gaan gebruiken.
-
Kies de menuoptie
Venster > Voorkeuren... om de voorkeurenpagina van de workbench te openen.
-
Selecteer de voorkeurenpagina
Java > Geïnstalleerde JRE's om de geïnstalleerde JRE's (Java Runtime Environment) weer te geven. Controleer
of een JRE wordt herkend. Standaard wordt de JRE waarmee de workbench wordt uitgevoerd, ook gebruikt om
Java-programma's te bouwen en uit te voeren. Als het goed is, wordt deze weergegeven met een vinkje in de lijst met geïnstalleerde JRE's. Wij raden u aan om een Java-SDK
(Software Development Kit) te gebruiken in plaats van een JRE. Een SDK is ontworpen voor een ontwikkelomgeving en bevat de broncode voor de
Java-bibliotheek, zodat u makkelijker fouten kunt opsporen. U kunt extra SDK's toevoegen door op de vaste schijf te zoeken naar geïnstalleerde
SDK's. Hiertoe klikt u op Zoeken... en geeft u een hoofdmap voor de zoekopdracht op.
-
Selecteer de voorkeurenpagina
Algemeen > Werkgebied. Controleer of de optie Automatisch bouwen ingeschakeld is.
-
Selecteer de voorkeurenpagina
Java > Buildpad. Controleer of Bron- en uitvoermap is ingesteld op Project.
-
Selecteer de voorkeurenpagina
Java > Editor.
Controleer of de optie Problemen rapporteren tijdens het typen ingeschakeld is.
-
Klik op OK om de voorkeuren op te slaan.

Java-projecten
Klassenpadvariabelen
Buildklassenpad
Werken met JRE's
JRE-installatievoorkeuren
Java-editorvoorkeuren