Op de pagina
Starten kunt u de volgende voorkeuren instellen.
Optie |
Beschrijving |
Standaardwaarde |
---|---|---|
Gewijzigde vereiste editors opslaan vóór starten | Met deze optie bepaalt u of wordt gevraagd of gewijzigde editors moeten worden opgeslagen voordat een toepassing wordt gestart. U kunt kiezen uit de volgende instellingen:
|
Vragen |
Pas starten als bouwen is voltooid | Met deze optie kunt u bepalen of een toepassing pas wordt gestart als een actieve build is voltooid. U kunt kiezen uit de volgende instellingen:
|
Altijd |
Starten in foutopsporingswerkstand wanneer werkgebied onderbrekingspunten bevat | Met deze optie bepaalt u of er in de foutopsporingswerkstand wordt gestart wanneer het werkgebied onderbrekingspunten bevat, zelfs wanneer u op de knop Uitvoeren klikt. U kunt kiezen uit de volgende instellingen:
|
Nooit |
Starten voorzetten als project fouten bevat | Met deze optie bepaalt u of er toch moet worden gestart als een bijbehorend project een of meer fouten bevat. U kunt kiezen uit de volgende instellingen:
|
Vragen |
Compileren (indien nodig) vóór starten |
Als het werkgebied moet worden opgebouwd, wordt dit incrementeel gedaan voordat een toepassing wordt gestart. |
Aan |
Beëindigde startconfiguraties verwijderen bij maken van nieuwe startconfiguratie |
Wanneer een toepassing wordt gestart, worden alle beëindigde toepassingen in de view Fouten opsporen automatisch gewist. |
Aan |
Grootte van lijst met onlangs gestarte toepassingen |
Met deze optie bepaalt u hoeveel startbewerkingen in de vervolgkeuzemenu's van de starthistorie voor uitvoeren/fouten opsporen worden vermeld. |
10 |
Foutopsporingsprogramma
Lokaal fouten opsporen
Fouten opsporen op afstand
Startopties voor foutopsporingsprogramma wijzigen
Foutopsporing voorbereiden
Uitvoeren en fouten opsporen