Aan elk onderbrekingspunt kan een unieke voorwaarde worden toegekend die bepaalt of het onderbrekingspunt wordt bereikt.
Voor de voorwaarde van een onderbrekingspunt kunt u elke logische expressie opgeven die bij evaluatie true of false oplevert. De expressie wordt geëvalueerd in het bereik van de locatie van het onderbrekingspunt, waardoor u in de expressie dus niet kunt verwijzen naar bijvoorbeeld een klasse buiten het bereik van de locatie van het onderbrekingspunt.
Bekijk het volgende voorbeeld:
public class Person { String name = ""; int age = 0; public Person(String name, int age) { this.name = name; this.age = age; // plaats hier een onderbrekingspunt } };
Plaats een onderbrekingspunt op de aangegeven positie en ga naar de eigenschappen van het onderbrekingspunt om een voorwaarde toe te voegen. U kunt nu alleen kiezen uit de leden van de klasse waarin het onderbrekingspunt zich bevindt en de leden die door Object worden verstrekt.
Een voorbeeld van een geldige voorwaarde:
age == 56
Het onderbrekingspunt zal de code-uitvoering alleen onderbreken als age gelijk is aan 56.
U kunt voorwaarden aan onderbrekingspunten toevoegen via het dialoogvenster met onderbrekingspunteigenschappen hieronder.
Onderbrekingspunten toevoegen
Onderbrekingspunten verwijderen
Een Java-programma starten
Uitvoeren en fouten opsporen