Featuremanifest Eclipse-platform
Versie 3.0, laatst gewijzigd op 22 juni 2004
De indeling van het featuremanifest wordt gedefinieerd door de volgende DTD:
<?xml encoding="ISO-8859-1"?>
<!ELEMENT feature (install-handler? | description? | copyright? |
license? | url? | includes* | requires? | plugin* | data*)>
<!ATTLIST feature
id CDATA #REQUIRED
version CDATA #REQUIRED
label CDATA #IMPLIED
provider-name CDATA #IMPLIED
image CDATA #IMPLIED
os CDATA #IMPLIED
arch CDATA #IMPLIED
ws CDATA #IMPLIED
nl CDATA #IMPLIED
colocation-affinity
CDATA #IMPLIED
primary (true | false) "false"
exclusive (true | false) "false"
plugin CDATA #IMPLIED
application CDATA #IMPLIED
>
<!ELEMENT install-handler EMPTY>
<!ATTLIST install-handler
library CDATA #IMPLIED
handler CDATA #IMPLIED
>
<!ELEMENT description (#PCDATA)>
<!ATTLIST description
url CDATA #IMPLIED
>
<!ELEMENT copyright (#PCDATA)>
<!ATTLIST copyright
url CDATA #IMPLIED
>
<!ELEMENT license (#PCDATA)>
<!ATTLIST license
url CDATA #IMPLIED
>
<!ELEMENT url (update?, discovery*)>
<!ELEMENT update EMPTY>
<!ATTLIST update
url CDATA #REQUIRED
label CDATA #IMPLIED
>
<!ELEMENT discovery EMPTY>
<!ATTLIST discovery
type (web | update) "update"
url CDATA #REQUIRED
label CDATA #IMPLIED
>
<!ELEMENT includes EMPTY>
<!ATTLIST includes
id CDATA #REQUIRED
version CDATA #REQUIRED
name CDATA #IMPLIED
optional (true | false) "false"
search-location (root | self | both) "root"
os CDATA #IMPLIED
arch CDATA #IMPLIED
ws CDATA #IMPLIED
nl CDATA #IMPLIED
>
<!ELEMENT requires (import+)>
<!ELEMENT import EMPTY>
<!ATTLIST import
plugin CDATA #IMPLIED
feature CDATA #IMPLIED
version CDATA #IMPLIED
match (perfect | equivalent | compatible | greaterOrEqual) "compatible"
patch (true | false) "false"
>
<!ELEMENT plugin EMPTY>
<!ATTLIST plugin
id CDATA #REQUIRED
version CDATA #REQUIRED
fragment (true | false) "false"
os CDATA #IMPLIED
arch CDATA #IMPLIED
ws CDATA #IMPLIED
nl CDATA #IMPLIED
download-size CDATA #IMPLIED
install-size CDATA #IMPLIED
unpack (true | false) "true"
>
<!ELEMENT data EMPTY>
<!ATTLIST data
id CDATA #REQUIRED
os CDATA #IMPLIED
arch CDATA #IMPLIED
ws CDATA #IMPLIED
nl CDATA #IMPLIED
download-size CDATA #IMPLIED
install-size CDATA #IMPLIED
>
De elementen en kenmerken worden als volgt gedefinieerd:
- <feature> - definitie van de feature
- id - verplicht feature-ID (bijvoorbeeld com.xyz.mijnfeature)
- version - verplicht versienummer van de component (bijvoorbeeld 1.0.3)
- label - optioneel weergavelabel (naam). Deze tekst
kan worden vertaald.
- provider-name - optioneel weergavelabel voor het identificeren van de organisatie die deze component aanlevert. Deze tekst
kan worden vertaald.
- image - optionele afbeelding die wordt gebruikt wanneer er informatie over de feature wordt weergegeven.
Gebruik een relatief pad ten opzichte van feature.xml.
- os - optionele besturingssysteemspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met besturingssysteemverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat deze feature alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven besturingssystemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan de feature op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van de feature forceren, ongeacht deze instelling).
- arch - optionele computerarchitectuurspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met architectuurverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat deze feature alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven systemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan de feature op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van de feature forceren, ongeacht deze instelling).
- ws - optionele venstersysteemspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met venstersysteemverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat deze feature alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven venstersystemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan de feature op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van de feature forceren, ongeacht deze instelling).
- nl - optionele localespecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met Java-localeverwijzingen.
Hiermee geeft u aan dat deze feature alleen mag worden geïnstalleerd op een systeem
met een compatibele locale (dit wordt bepaald op basis van Java-locale-matchingregels). Als
dit kenmerk niet is opgegeven, kan de feature worden geïnstalleerd op alle systemen
(taal-onafhankelijke implementatie). Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van de feature forceren, ongeacht deze instelling).
- colocation-affinity - optionele verwijzing naar een ander feature-ID. Dit kenmerk
wordt gebruikt voor selectie van de standaardinstallatielocatie voor deze feature. Wanneer
deze feature wordt geïnstalleerd als nieuwe feature (met andere woorden, er zijn geen andere versies
van geïnstalleerd), wordt geprobeerd deze feature te installeren op dezelfde installatielocatie
als de feature waarnaar wordt verwezen.
- primary - optionele indicatie die aangeeft of deze feature kan worden gebruikt als primaire feature. De standaardinstelling is false (geen primaire feature).
- application - optioneel ID van de Eclipse-toepassing die bij het opstarten moet
worden gebruikt wanneer de declarerende feature de primaire feature is. Het applicatie-ID moet een geldige applicatie
zijn die is geregistreerd in het extensiepunt org.eclipse.core.runtime.applications. De standaardinstelling is org.eclipse.ui.ide.workbench.
- plugin - optioneel ID van de plugin waarin productgegevens voor de feature (zoals afbeeldingen, vertalingen, beginschermen bij een primaire feature) zijn opgenomen. Als dit kenmerk niet is opgegeven, wordt aangenomen dat de attribution-plugin hetzelfde ID als de feature heeft.
- exclusive - optionele vlag. De waarde "true" geeft aan dat
de feature niet kan worden geïnstalleerd in een groep met andere features.
- <install-handler>
- library - optionele bibliotheek (.jar) met de installatiehandlerklassen.
Als u dit kenmerk opgeeft, moet de vermelde .jar zijn opgenomen in het feature-archief.
Dit onderdeel wordt opgegeven als een (relatief) pad binnen het feature-archief, ten opzichte van
feature.xml. Als niets wordt opgegeven, wordt het feature-archief zelf gebruikt om de
installatiehandlerklassen te laden. Dit kenmerk wordt alleen geïnterpreteerd als het kenmerk class
ook is opgegeven.
- handler - optioneel ID van de installatiehandler. De waarde wordt geïnterpreteerd
op basis van de waarde van het kenmerk library. Als library is
opgegeven, wordt de waarde geïnterpreteerd als volledig gekwalificeerde naam
van een klasse in het opgegeven kenmerk library. Als library niet is opgegeven, wordt de waarde geïnterpreteerd als ID van een extensie die is geregistreerd in het extensiepunt org.eclipse.update.installHandlers.
In beide gevallen moet de interface IInstallHandler worden geïmplementeerd door de resulterende klasse.
De klasse wordt dynamisch geladen en aangeroepen op specifieke punten tijdens de verwerking van de feature.
Wanneer de handler is opgegeven als klasse, is deze zichtbaar voor de API-klassen
van de plugin org.eclipse.update.core en Eclipse-plugins die voor deze plugin vereist
zijn. In het andere geval, als de handler is opgegeven als extensie, heeft deze toegang tot
dezelfde klassen als de plugin waarin de extensie is gedefinieerd.
- <description> - een korte beschrijving van de component als eenvoudige tekst. Deze tekst
kan worden vertaald.
- url - optionele URL voor de volledige HTML-beschrijving. De URL kan worden opgegeven
als absolute of relatieve URL. Bij een relatieve URL is het pad relatief ten opzichte van (en verpakt
in) het feature-archief. Voor NL-afhandeling moet de URL-waarde worden gescheiden zodat voor elke taal alternatieve URL's kunnen worden opgegeven.
- <copyright> - copyright van de feature als eenvoudige tekst. Deze tekst
kan worden vertaald.
- url - optionele URL voor de volledige HTML-beschrijving. De URL kan worden opgegeven
als absolute of relatieve URL. Bij een relatieve URL is het pad relatief ten opzichte van (en verpakt
in) het feature-archief. Voor NL-afhandeling moet de URL-waarde worden gescheiden zodat voor elke taal alternatieve URL's kunnen worden opgegeven.
- <license> - feature-"doorklik"-licentie als eenvoudige tekst. Deze tekst
kan worden vertaald. De licentie wordt tijdens het download-/installatieproces weergegeven
in een standaarddialoogvenster met de opties [Accepteren] en [Afwijzen]. U moet een
doorkliklicentie opgeven voor elke feature die wordt geselecteerd om te worden geïnstalleerd
of bijgewerkt met behulp van de updatemanager van Eclipse. Bij geneste features hoeft u
alleen een doorkliklicentie voor het bovenliggende nesting-item te definiëren (d.w.z. de feature die voor de installatie
of update is geselecteerd). De licentietekst is verplicht, ook als het
optionele kenmerk url is opgegeven.
- url - optionele URL voor de volledige HTML-beschrijving. De URL kan worden opgegeven
als absolute of relatieve URL. Bij een relatieve URL is het pad relatief ten opzichte van (en verpakt
in) het feature-archief. Voor NL-afhandeling moet de URL-waarde worden gescheiden zodat
voor elke taal alternatieve URL's kunnen worden opgegeven. Let op: de "content" van deze URL is niet
de doorkliklicentie die tijdens de installatieprocedure wordt weergegeven. De doorkliklicentie
is de daadwerkelijke waarde van het element <license> (bijvoorbeeld <license>tekst van doorkliklicentie</license>)
- <url> - optionele URL-specificatie voor site(s) met feature-updates of nieuwe features.
- <update> - URL-verwijzing voor feature-updates.
- url - werkelijke URL.
- label - weergavelabel (naam) voor de site waarnaar de gebruiker wordt verwezen.
- <discovery> - URL-verwijzing voor nieuwe features. Leveranciers kunnen dit
element gebruiken om te verwijzen naar hun eigen site(s), of site(s) van partners
die aanvullende features aanbieden. In Eclipse wordt dit element alleen gebruikt
om URL's van nieuwe sites aan clients door te geven. Sites die behoren tot de basisfeatures
(boven in de hiërarchie) worden in Update Manager standaard weergegeven onder "Te bezoeken sites".
- url - werkelijke URL.
- label - weergavelabel (naam) voor de site waarnaar de gebruiker wordt verwezen.
- type (nieuw in 2.1) - standaard worden discoverysites behandeld als updatesites
("update"). Door de waarde van dit kenmerk in te stellen op "web"
geeft u aan dat de URL door Eclipse moet worden behandeld als normale internethyperlink
die rechtstreeks kan worden weergegeven in een webbrowser.
- <includes> - optionele verwijzing naar een geneste feature die wordt beschouwd
als een onderdeel van deze feature. Geneste features moeten zich op dezelfde updatesite als deze feature bevinden.
- id - verplicht ID van geneste feature. Als de feature een patch is (zie de sectie <requires> verderop in dit document), moet dit het ID van een andere patch zijn.
- version - versie van geneste feature (verplicht).
- optional - als dit kenmerk "true" is, kunt u een optionele feature
installeren. Gebruikers hebben de mogelijkheid om optionele features niet te
installeren. Verwijder deze als ze geïnstalleerd zijn en installeer ze later opnieuw. Een ontbrekende
optionele feature wordt niet behandeld als fout.
- name - als een optionele feature ontbreekt, kan de naam ervan niet correct door Eclipse
worden gerenderd. Dit kenmerk kan worden gebruikt als plaatshouder, zodat de naam toch
door Eclipse kan worden gerenderd als de optionele feature niet is geïnstalleerd.
- search-location - een opgenomen feature kan worden bijgewerkt via patches.
De standaardzoeklocatie is "root" (hoofdmap). Dit betekent dat de URL
die is opgegeven in het element "update" in het element
"url" van het bovenliggende item wordt gebruikt. Als voor een opgenomen feature
een andere waarde voor het element "update" is gedefinieerd, wordt deze standaard genegeerd.
Als de bovenliggende feature wil toestaan dat het onderliggende item wordt bijgewerkt vanaf een eigen
locatie, kan deze dit kenmerk instellen op "both" (beide) of "self" (zelf).
- os - optionele besturingssysteemspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met besturingssysteemverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat dit item alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven besturingssystemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan het item op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van het item forceren, ongeacht deze instelling).
- arch - optionele computerarchitectuurspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met architectuurverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat deze feature alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven systemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan de feature op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van de feature forceren, ongeacht deze instelling).
- ws - optionele venstersysteemspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met venstersysteemverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat dit item alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven venstersystemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan het item op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van het item forceren, ongeacht deze instelling).
- nl - optionele localespecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met Java-localeverwijzingen.
Hiermee geeft u aan dat dit item alleen mag worden geïnstalleerd op een systeem
met een compatibele locale (dit wordt bepaald op basis van Java-locale-matchingregels). Als
dit kenmerk niet is opgegeven, kan het item worden geïnstalleerd op alle systemen
(taal-onafhankelijke implementatie). Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van het item forceren, ongeacht deze instelling).
- <requires> - optionele featuredependencygegevens. Deze worden uitgedrukt in
de vorm van plugin-dependency's. Indien opgegeven, wordt dit kenmerk geforceerd door de installatie- en updatesupport ten tijde van de installatie.
- <import> - dependency-invoer. Specificatie en verwerking maken deel uit van de specificatie <import> in plugin.xml.
- plugin - ID van afhankelijke plugin, als de plugin wordt gebruikt om een dependency uit te drukken.
- feature (nieuw in 2.1) - ID van afhankelijke feature, als de feature wordt gebruikt om een dependency uit te drukken. Stel het kenmerk plugin óf feature in, maar niet beide. Als "patch" is ingesteld op "true", moet het kenmerk feature worden gebruikt.
- version - optionele specificatie voor de versie van de plugin. Als "patch" is insteld op "true", moet het kenmerk version worden ingesteld.
- match - optionele matchregel. Geldige waarden en verwerkingen zijn:
- Als het kenmerk version niet is opgegeven, wordt het kenmerk match genegeerd (als het is opgegeven).
- perfect - de versie van de afhankelijke plugin moet exact overeenkomen met de
opgegeven versie. Als "patch" is ingesteld op "true", wordt "perfect"
autoamtisch ingesteld en kan er geen andere waarde worden opgegeven.
- equivalent - de versie van de afhankelijke plugin moet ten minste gelijk zijn
aan de opgegeven versie of een hoger serviceniveau (de hoge en lage versienummers moeten
gelijk zijn aan de opgegeven versie).
- compatible - de versie van de afhankelijke plugin moet ten minste gelijk zijn
aan de opgegeven versie of een hoger of lager serviceniveau (het hoge versienummer moet gelijk
zijn aan de opgegeven versie).
- greaterOrEqual - de versie van de afhankelijke plugin moet ten minste gelijk
zijn aan de opgegeven versie of een hoger serviceniveau, hoog nummer of laag nummer.
- patch - als dit kenmerk "true" is, wordt hiermee aangegeven dat de insluitende
feature een patch is voor de opgegeven feature. Voor het instellen van dit kenmerk gelden de volgende regels:
- Het kenmerk feature moet worden gebruikt om aan te geven welke feature wordt gepatcht.
- Het kenmerk version moet worden ingesteld.
- Het kenmerk match mag niet worden ingesteld, zodat automatisch de waarde "perfect" wordt gebruikt.
- Als er nog meer features worden opgenomen met <include>, moeten dit ook patches zijn.
Een patch is een speciale feature met recentere versies van de plugins voor de feature waarop de patch
wordt toegepast. De feature wordt niet vervangen. In een patch kunnen ook andere patches zijn opgenomen.
- <plugin> - verwijzing naar plugin
- id - verplicht plugin-ID (uit plugin.xml).
- version - verplichte pluginversie (uit plugin.xml).
- fragment - optionele specificatie die aangeeft of dit item een pluginfragment is. De standaardinstelling is "false".
- os - optionele besturingssysteemspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met besturingssysteemverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat dit item alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven besturingssystemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan het item op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van het item forceren, ongeacht deze instelling).
- arch - optionele computerarchitectuurspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met architectuurverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat deze feature alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven systemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan de feature op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van de feature forceren, ongeacht deze instelling).
- ws - optionele venstersysteemspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met venstersysteemverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat dit item alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven venstersystemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan het item op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van het item forceren, ongeacht deze instelling).
- nl - optionele localespecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met Java-localeverwijzingen.
Hiermee geeft u aan dat dit item alleen mag worden geïnstalleerd op een systeem
met een compatibele locale (dit wordt bepaald op basis van Java-locale-matchingregels). Als
dit kenmerk niet is opgegeven, kan het item worden geïnstalleerd op alle systemen
(taal-onafhankelijke implementatie). Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van het item forceren, ongeacht deze instelling).
- download-size - optionele hint die wordt aangeleverd door de featurepackager, waarin de
downloadgrootte van het desbetreffende pluginarchief wordt aangegeven in kilobytes (kB). Als deze niet
is opgegeven, is de downloadgrootte onbekend (Implementatie-opmerking: bij de implementatie
moet onderscheid worden gemaakt tussen een onbekende grootte en een grootte van 0 kB).
- install-size - optionele hint die wordt aangeleverd door de featurepackager, waarin de
installatiegrootte van het desbetreffende pluginarchief wordt aangegeven in kilobytes (kB). Als deze niet
is opgegeven, is de installatiegrootte onbekend (Implementatie-opmerking: bij de implementatie
moet onderscheid worden gemaakt tussen een onbekende grootte en een grootte van 0 kB).
- unpack (nieuw in 3.0) - optionele specificatie die wordt aangeleverd door de featurepackager,
waarin wordt aangegeven of de plugin kan worden uitgevoerd vanuit een JAR en de inhoud van
de plugin-JAR derhalve niet moet worden uitgepakt in een directory. De standaardinstelling is "true".
(Implementatie-opmerking: bij gedeeltelijke plugins, die worden aangeleverd in een feature met
org.eclipse.update.core.DeltaInstallHandler als installatiehandler, mag unpack niet worden ingesteld op "false".)
- <data> - identificeert niet-plugingegevens die deel uitmaken van de feature.
- id - verplicht ID van gegevens in de vorm van een relatief pad.
- os - optionele besturingssysteemspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met besturingssysteemverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat dit item alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven besturingssystemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan het item op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van het item forceren, ongeacht deze instelling).
- arch - optionele computerarchitectuurspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met architectuurverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee geeft u aan dat deze feature alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven systemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan de feature op elk systeem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van de feature forceren, ongeacht deze instelling).
- ws - optionele venstersysteemspecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met venstersysteemverwijzingen die in Eclipse zijn gedefinieerd (zie Javadoc voor org.eclipse.core.runtime.Platform).
Hiermee wordt aangegeven dat dit item alleen mag worden geïnstalleerd op een van de opgegeven venstersystemen.
Als dit kenmerk niet is opgegeven, kan het item op elk besturingssysteem worden geïnstalleerd (overdraagbare implementatie).
Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van het item forceren, ongeacht deze instelling).
- nl - optionele localespecificatie. Een door komma's gescheiden lijst met Java-localeverwijzingen.
Hiermee geeft u aan dat dit item alleen mag worden geïnstalleerd op een systeem
met een compatibele locale (dit wordt bepaald op basis van Java-locale-matchingregels). Als
dit kenmerk niet is opgegeven, kan het item worden geïnstalleerd op alle systemen
(taal-onafhankelijke implementatie). Deze informatie wordt gebruikt als hint in de installatie- en updatesupport (de gebruiker kan de installatie van het item forceren, ongeacht deze instelling).
- download-size - optionele hint die wordt aangeleverd door de featurepackager, waarin de
downloadgrootte van het desbetreffende gegevensarchief wordt aangegeven in kilobytes (kB). Als deze niet
is opgegeven, is de downloadgrootte onbekend (Implementatie-opmerking: bij de implementatie
moet onderscheid worden gemaakt tussen een onbekende grootte en een grootte van 0 kB).
- install-size - optionele hint die wordt aangeleverd door de featurepackager, waarin de
installatiegrootte van het desbetreffende gegevensarchief wordt aangegeven in kilobytes (kB). Als deze niet
is opgegeven, is de installatiegrootte onbekend (Implementatie-opmerking: bij de implementatie
moet onderscheid worden gemaakt tussen een onbekende grootte en een grootte van 0 kB).
Tijdens de interactie met de updatesite zet de feature-implementatie de
elementen <plugin> en <data> om in pad-ID's, zodat kan
worden bepaald welke bestanden moeten worden gedownload en geïnstalleerd. In de standaardfeature-implementatie van Eclipse worden deze pad-ID's als volgt gegenereerd:
-
Het element <plugin> resulteert in een padvermelding in de notatie plugins/<plugin-ID>_<pluginversie>.jar" (bijvoorbeeld "plugins/org.eclipse.core.boot_2.0.0.jar").
-
Het element <data> resulteert in een padvermelding in de notatie features/<feature-ID>_<featureversie>/<dataId>" (bijvoorbeeld "features/com.xyz.tools_1.0.3/examples.zip").
Gewoonlijk moet de codering van het manifestdocument feature.xml worden ingesteld op UTF-8. Voorbeeld:
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
Vertaalbare tekst in de feature.xml kan worden ondergebracht in afzonderlijke feature<_locale>.properties-bestanden volgens de conventies voor Java-eigenschappenbundels.
Let wel, de vertaalde tekenreeksen worden gebruikt ten tijde van de installatie (niet in het runtime-mechanisme voor pluginfragmenten).