Nieuw in 3.2 (JDT)

Hier vindt u beschrijvingen van een aantal interessante of belangrijke wijzigingen die zijn aangebracht in de Java-ontwikkelingstools voor release 3.2 van Eclipse. De wijzigingen zijn als volgt ingedeeld:

In het document Eclipse-platform - Nieuw in 3.2 kunt u lezen welke wijzigingen er in het platform zijn aangebracht.

Java-herstructurering

Herstructurering Indirectheid introduceren

Indirectheid introduceren is een nieuwe herstructurering waarmee u alle aanroepers van een methode naar een nieuwe methode kunt omleiden. De nieuwe methode roept dan de oorspronkelijke methode aan. U kunt de standaardimplementatie van de nieuwe methode naar wens vervangen.

Indirectheid is handig als u nieuw gedrag wilt introduceren voor een methode, maar:

  • De methode kan niet worden gewijzigd omdat deze uit een bibliotheek afkomstig is.
  • De methode mag niet worden gewijzigd omdat deze een API-methode is.

Door middel van indirectheid kunt u fouten in de oorspronkelijke methode corrigeren of code snel vóór of achter alle aanroepen van een methode toevoegen.

U kunt de herstructurering Indirectheid introduceren door een methode te selecteren, naar Herstructureren > Indirectheid introduceren... te gaan en een naam en een declarerende klasse voor de nieuwe methode op te geven.

Dialoogvenster Indirectheid introduceren

De methode wordt toegevoegd aan de geselecteerde declarerende klasse.

Preview van geïntroduceerde indirectheid met bijgewerkte verwijzing

Alle verwijzingen worden bijgewerkt met de aanroep van de nieuwe methode.

Resultaat na geïntroduceerde indirectheid

Herstructurering Superklasse extraheren

Er is een nieuwe herstructurering, Superklasse extraheren, waarmee u een gemeenschappelijke superklasse uit een verzameling typen op hetzelfde niveau kunt extraheren. Nadat u de herstructurering hebt toegepast, worden de geselecteerde typen rechtstreekse subklassen van de geëxtraheerde superklasse. Bovendien kunt u de resultaatklasse van Superklasse extraheren waar mogelijk in de code inzetten.

In het onderstaande voorbeeld zijn JavaEditorTests en PropertiesEditorTests typen op hetzelfde niveau. Op de eerste afbeelding ziet u de typehiërarchie voordat de herstructurering is toegepast.

Hiërarchie vóór extraheren van EditorTests

Op de volgende afbeelding ziet u de typehiërarchie nadat EditorTests is geëxtraheerd met de herstructurering Superklasse extraheren.

Hiërarchie na extraheren van EditorTests

U kunt deze herstructurering uitvoeren via Herstructureren > Superklasse extraheren...

Wizard Opschonen

U kunt de actie Opschonen gebruiken voor een willekeurig aantal Java-bronbestanden, pakketten of een volledig Java-project. Gebruik de actie voor het volgende:

  • Gelijktijdig corrigeren van meerdere problemen
  • Het toepassen van een bepaalde stijl op code

Dit is een greep uit de mogelijkheden:

  • Afdwingen dat accolades (blokken) worden gebruikt voor alle if-, while- of for-instructies
  • Alle instances van veldtoegang kwalificeren met 'this'
  • 'final' waar mogelijk gebruiken

U kunt met Opschonen als volgt code van Java 1.4 converteren naar 5.0:

  • Alle for-lussen waar mogelijk naar verbeterde for-lussen converteren
  • Alle vervangende methoden markeren met de annotatie @Override

Wizard Opschonen

Selecteer een project, pakket of bestand en kies Bron > Opschonen... om de wizard te starten.

Herstructureringshistorie

De meeste herstructureringen van JDT worden nu vastgelegd in de herstructureringshistorie. Er wordt door de herstructureringsinfrastructuur gedetailleerde informatie opgeslagen over de herstructureringen die in het werkgebied zijn uitgevoerd.

U kunt de historie bekijken en bewerken via Herstructureren > Historie...

Dialoogvenster Historie

Herstructureringsscripts maken en toepassen

U kunt de herstructureringen die in het lokale werkgebied zijn uitgevoerd exporteren naar een herstructureringsscript en in een willekeurig werkgebied opnieuw laten uitvoeren.

Scripts kunnen van pas komen in verschillende situaties, zoals het automatisch corrigeren van API-wijzigingen die de functionaliteit tussen softwarelagen verbreken of het verstrekken van patches met uitgebreide semantica.

U kunt een script aan de hand van de herstructureringshistorie maken via Herstructureren > Script maken...

Actie Script maken

U kunt het gegenereerde herstructureringsscript daarna op een willekeurig werkgebied toepassen via Herstructureren > Script toepassen...

Met behulp van een nieuw extensiepunt kunnen ontwikkelaars van plugins ondersteuning voor herstructureringsscripts aanleveren voor nieuwe of bestaande herstructureringen. Zie het extensiepunt org.eclipse.ltk.core.refactoring.refactoringContributions voor meer informatie.

JAR-bestand exporteren met herstructureringen

Als u een JAR-bestand uit het werkgebied exporteert, kunt u in de wizard JAR-export aangeven dat u herstructureringsgegevens in het JAR-bestand wilt opnemen.

Ga naar Bestand > Exporteren... en selecteer JAR-bestand. Selecteer Herstructureringen voor geselecteerde projecten exporteren op de eerste pagina van de wizard JAR-export. Klik op de link om de gewenste herstructureringen te selecteren.

Selectie van herstructureringen voor geëxporteerd JAR-bestand

Vervolgens kan op clients een oude versie van het JAR-bestand naar een nieuwe versie worden gemigreerd door middel van de herstructurering Herstructureren > JAR-bestand migreren... Als er een JAR-bestand is geselecteerd, kunt u ook naar Buildpad > JAR-bestand migreren... gaan.

Actie JAR-bestand migreren

Bij deze herstructurering wordt automatisch alle afhankelijke code van de oude versie van het JAR-bestand bijgewerkt naar de nieuwe versie van het JAR-bestand.

Voor API geschikte herstructureringen

Een aantal bestaande herstructureringen is uitgebreid met ondersteuning voor API-compatibiliteit, doordat het oorspronkelijke lid als gemachtigde van het geherstructureerde lid is behouden:

  • Methode hernoemen
  • Veld hernoemen (alleen constanten)
  • Methode verplaatsen
  • Parameter introduceren
  • Handtekening wijzigen

Selectievakje Oorspronkelijke methode behouden als gemachtigde van gewijzigde methode

In het herstructureringsdialoogvenster kunt u met het selectievakje Oorspronkelijke methoden behouden als gemachtigden van hernoemde methoden aangeven dat u een gemachtigd lid wilt maken om API-compatibiliteit te behouden.

Vergelijkbaar benoemde elementen bijwerken met Type hernoemen

Met de herstructurering Type hernoemen kunt u variabelen en methoden laten hernoemen waarvan de namen vergelijkbaar zijn met de naam van het hernoemde type. Zo blijven de namen van methoden en variabelen op één lijn met de namen van typen.

Vergelijkbare declaraties bijwerken

U kunt deze herstructurering uitvoeren door een type te selecteren en Herstructureren > Hernoemen... te kiezen.

Subpakketten hernoemen bij herstructurering Pakket hernoemen

Door de herstructurering Pakket hernoemen worden voortaan op verzoek ook subpakketten hernoemd.

Dialoogvenster Pakket hernoemen met nieuw selectievakje

In dit voorbeeld wordt de naam van junit.samples.money gewijzigd in junit.examples.money.

U kunt deze herstructurering uitvoeren door een pakket te selecteren en Herstructureren > Hernoemen... te kiezen.

Preview van herstructurering filteren

Op de previewpagina van een herstructurering kunt u wijzigingen filteren. Deze functionaliteit komt vooral van pas bij het bijwerken van tekstovereenkomsten in commentaar en tekenreeksen terwijl u de namen van Java-elementen wijzigt.

Gefilterde previewpagina van herstructurering

In de schermopname ziet u hoe in het herstructureringsdialoogvenster alleen tekstovereenkomsten worden weergegeven tijdens het wijzigen van de naam van TestCase in TestCasee.

Verder kunt u wijzigingen met betrekking tot de zichtbaarheid van Java-elementen filteren.

Java-editor

Aanpasbare contenthulp

Als u contenthulp herhaaldelijk aanroept (Ctrl+spatiebalk op de meeste platformen), doorloopt u verschillende suggestiecategorieën.

U kunt afzonderlijke sneltoetsen toewijzen aan de suggestiecategorieën die u het meest gebruikt. Op de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Geavanceerd openen Java > Editor > Contenthulp > Geavanceerd kunt u de categorieën configureren die in de lijst van contenthulp moeten worden weergegeven.

Lijst van contenthulp met Java-suggesties (herhaaldelijk activeren voor sjabloonsuggesties)

Het nieuwe extensiepunt org.eclipse.jdt.ui.javaCompletionProposalComputer stelt ontwikkelaars van plugins in staat aanvullingssuggesties en -categorieën aan te leveren voor contenthulp in de Java-editor.

Ondersteuning voor segmenten met beginhoofdletter in code-aanvulling

Code-aanvulling biedt ondersteuning voor patronen met een beginhoofdletter. De aanvulling van NPE is bijvoorbeeld NullPointerException. U kunt deze ondersteuning uitschakelen met de optie Overeenkomsten als woordenreeks zonder spatie afbeelden op de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Contenthulp openen Java > Editor > Contenthulp.

Aanvulling van NPE in Java-editor

Snelmenu voor omgeven van code

Via het menu Omgeven met kunt u geselecteerde regels omgeven met code. U kunt uw eigen sjablonen aan het menu toevoegen. In de sjablonen is rekening gehouden met variabelen die moeten worden omgezet of final moeten worden gemaakt.

Codetransformatie Omgeven met runnable

Ga naar Bron > Omgeven met of druk op Alt+Shift+Z om het menu te openen.

Op de voorkeurenpagina Java > Editor > Sjablonen kunt u uw eigen sjablonen toevoegen. Voor de sjabloon hoeft u alleen de variabele ${line_selection} op te geven.

Nieuwe snelfixen

Er zijn nieuwe snelfixen toegevoegd, zoals:

  • Onbewerkte toegang tot type corrigeren

    Suggesties voor corrigeren van onbewerkte toegang

    De snelfixen worden afgeleid aan de hand van de gegevens in hetzelfde bestand. U kunt een betere analyse bereiken middels de herstructurering Argumenten van generiek type afleiden.

  • Ontbrekend annotatiekenmerk toevoegen

    Snelfix voor ontbrekend annotatiekenmerk

  • Nieuw annotatielid toevoegen

    Snelfix voor nieuw annotatielid

Ondersteuning voor categorieën

In Javadoc-commentaar kunt u categorieën definiëren voor typen, methoden en velden met de tag @category.

Code met categorieën

Categorieën worden afgebeeld in de views Overzicht en Leden, alsmede in het Sneloverzicht. Via het menu van de view kunt u de categorieën selecteren die u wilt zien.

Overzicht met categorieën en categoriefilters

Alle leden zijn samenvouwbaar

Als samenvouwen is ingeschakeld, kunt u voortaan velden, initializers en bijbehorend commentaar op dezelfde manier samenvouwen als methoden.

Samengevouwen veld-initializers

Er zijn nieuwe opdrachten beschikbaar gesteld voor het samenvouwen van alle opmerkingen en het samenvouwen van alle leden en het opnieuw instellen van de samenvouwstructuur. U vindt deze opdrachten in het voorgrondmenu Samenvouwen op de verticale liniaal van de Java-editor.

Liniaalondersteuning en overzicht voor Java-bestanden buiten het werkgebied

Voor externe Java-bestanden en Java-bestanden uit repository's kan de verticale liniaal in de Java-editor worden afgebeeld, alsmede de view Overzicht als het Sneloverzicht.

Liniaalondersteuning

Java-compileerprogramma

Naleving van Java SE 6.0

Naleving van Java SE 6.0 wordt volledig ondersteund. StackMapTable-kenmerken in het bijzonder (zie JSR 202) worden gegenereerd in CLASS-bestanden van het niveau 1.6.

Naleving voor 6.0 instellen

Analyse van null-verwijzingen

Het Java-compileerprogramma kan een eenvoudige analyse uitvoeren om null-verwijzingen van lokale variabelen vast te stellen.

Deze optionele diagnose kunt u inschakelen via de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Fouten/Waarschuwingen openen Java > Compileerprogramma > Fouten/Waarschuwingen met de optie Mogelijke programmeerproblemen > Null-verwijzing.

Java-editor met waarschuwing voor null-verwijzing

Deze analyse is vrij oppervlakkig. Er worden alleen problemen gemeld voor vreemde situaties (bijvoorbeeld en niet voor alle gevallen.

Bij het nalevingsniveau 5.0 kunt u waarschuwingen voor null-verwijzing onderdrukken met de annotatie @SuppressWarnings("null").

Verbeterd syntaxisherstel

De interne Java-parser kan syntaxisfouten beter verwerken.In Eclipse 3.1 zou een syntaxisfout ertoe hebben geleid dat verdere fouten niet meer werden afgebeeld. De parser kan nu instructies met fouten afhandelen en verdere analyses uitvoeren.

In het volgende voorbeeld wordt de ongeldige verwijzing naar bar() vastgesteld ondanks de ontbrekende puntkomma in de vorige instructie.

Java-editor met syntaxisherstel

Zo mogen syntaxisfouten bijvoorbeeld voorkomen in herstructureringen die op slechts één bestand van toepassing zijn. U kunt bijvoorbeeld een lokale variabele hernoemen of extraheren aan het begin van een methode die nog niet af is.

Lokale variabele extraheren in onvolledige methode

Configureerbare fouten behandelen als fatale fouten

Met de optie Configureerbare fouten behandelen als fatale fouten op de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Bouwen openen Java > Compileerprogramma > Bouwen kunt u aangeven of configureerbare fouten als fataal moeten worden aangemerkt. Deze optie is standaard ingeschakeld.

Anders kan gecompileerde code ook met fouten worden uitgevoerd.

Vaststellen van overbodige $NON-NLS$-tags

Overbodige $NON-NLS$-tags worden herkend. Er wordt een probleem gerapporteerd als regelcommentaar begint met //$NON-NLS-x$ maar er geen bijbehorende tekenreeks wordt aangetroffen op dezelfde regel.

U kunt het rapporteren in- of uitschakelen met dezelfde optie als voor het vaststellen van niet-geëxternaliseerde tekenreeksen. U vindt de optie op de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Fouten/Waarschuwingen openen Java > Compileerprogramma > Fouten/Waarschuwingen onder de optie Codestijl > Niet-geëxternaliseerde tekenreeksen (ontbrekende/niet-gebruikte tag $NON-NLS).

Java-editor met overbodige NLS-tag

U kunt de overbodige tags verwijderen met een snelfix (Ctrl+1) of Ctrl+1, Ctrl+Enter om alle overbodige tags in een compilatie-eenheid te wissen.

Vaststellen van onbewerkt typegebruik

Het gebruik van onbewerkte typen wordt opgemerkt. Een onbewerkt type is een verwijzing naar een generiek type zonder type-argument (bijvoorbeeld List in plaats van List<Element>).

Deze optionele diagnose kunt u onafhankelijk van niet-gecontroleerde typebewerkingen inschakelen op de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Fouten/Waarschuwingen openen Java > Compileerprogramma > Fouten/Waarschuwingen onder de optie Generieke typen > Gebruik van een onbewerkt type.

Java-editor met gebruik van een onbewerkt type

U kunt deze waarschuwing onderdrukken door de annotatie @SuppressWarnings("unchecked") toe te voegen.

Verder is er een snelfix geïmplementeerd om het gebruik van het onbewerkte type te corrigeren.

Vaststellen van toewijzing aan methodeparameters

Toewijzingen aan methodeparameters worden gezien als iets wat een goede programmeur niet doet.

U kunt dergelijke toewijzingen laten opsporen en rapporteren via de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Fouten/Waarschuwingen openen Java > Compileerprogramma > Fouten/Waarschuwingen onder de optie Codestijl > Parametertoewijzing.

Java-editor met waarschuwing omtrent parametertoewijzing

Vaststellen van niet-gebruikte labels

Het Java-compileerprogramma merkt niet-gebruikte labels in instructies op.

Deze optionele diagnose kunt u inschakelen via de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Fouten/Waarschuwingen openen Java > Compileerprogramma > Fouten/Waarschuwingen onder de optie Overbodige code > Niet-gebruikt label break/continue.

Java-editor met overbodig label

Vaststellen van case-doorloop in switch-instructie

Het Java-compileerprogramma kan vaststellen of de uitvoering van code doorloopt in een andere case-instructie doordat in de code niet uit de case-vertakking wordt gestapt. Lege case-vertakkingen zijn wel toegestaan.

Deze optionele diagnose kunt u inschakelen via de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Fouten/Waarschuwingen openen Java > Compileerprogramma > Fouten/Waarschuwingen onder de optie Mogelijke programmeerproblemen> Case-doorloop in switch-instructie.

Java-editor met waarschuwing omtrent doorloop

Er is een snelfix geïmplementeerd om een break-instructie toe te voegen aan de case-instructie waaruit moet worden gestapt.

Verbeterde prestaties voor grote JAR-bestanden

De groottelimiet van de interne Java-modelcache is een functie van de maximale heap-grootte (VM-argument -Xmx in de meeste JVM's) dat wordt doorgegeven aan de Java Virtual Machine die de Eclipse IDE uitvoert.

Het vergroten van de heap-grootte levert een merkbare verbetering van de prestaties op wanneer het buildklassenpad grote JAR-bestanden bevat.

Gewijzigde CLASS-bestanden opnieuw maken

De Java-builder kan gewijzigde of verwijderde CLASS-bestanden in de uitvoermap opnieuw maken aan de hand van de oorspronkelijke broncode.

U kunt dit gedrag beheren via de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Bouwen openen Java > Compileerprogramma > Bouwen onder de optie Uitvoermap > Klassenbestanden opnieuw samenstellen die door anderen zijn gewijzigd.

View Javadoc en knopinfo van gekoppelde Javadoc

De view Javadoc en de Javadoc-voorgrondinfo kunnen de gegevens extraheren uit de gekoppelde Javadoc voor bibliotheken waaraan geen broncode is gekoppeld.

JUnit-tools

Ondersteuning voor JUnit 4

De ondersteuning voor JUnit is uitgebreid met de mogelijkheid JUnit 4-tests uit te voeren en samen te stellen. Raadpleeg www.junit.org voor meer informatie over JUnit 4.

  • Gebruik de wizard Nieuwe JUnit-testcase om een JUnit 4-testklasse te genereren:
    Ondersteuning voor JUnit 4 in de wizard Nieuwe JUnit-testcase
  • Gebruik de verstrekte JUnit-bibliotheek om het buildpad uit te breiden.
    JUnit 4-bibliotheek met snelfix
  • Start JUnit 4-tests zoals u dat gewend bent met Uitvoeren als JUnit.
  • Negeer tests door ze van de code @Ignore te voorzien.

Historie in view JUnit

In de view JUnit kunnen nu meerdere tests tegelijkertijd worden uitgevoerd. U kunt tussen actieve en uitgevoerde tests schakelen met de historie. Vanuit de historie kunt u ook tests opnieuw uitvoeren, zonder dat actieve tests worden gestopt.

JUnit-historie

Deze functie is geschikt voor zowel JUnit 3 als JUnit 4.

Java-foutopsporingsprogramma
Verwerkingsomgevingen

Een verwerkingsomgeving definieert de voorzieningen van een runtime (bijvoorbeeld J2SE-1.4). U kunt JRE's (Java Runtime Environment, Java-runtimeomgeving) opgeven voor uitvoeren, fouten opsporen en bouwen door naar een verwerkingsomgeving te verwijzen. Op de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Verwerkingsomgevingen openen Java > Geïnstalleerde JRE's > Verwerkingsomgevingen vindt u de JRE's in het werkgebied die met elke verwerkingsomgeving compatibel zijn. JRE's die aan de exacte vereisten van een verwerkingsomgeving voldoen, worden vet afgebeeld, terwijl JRE's die de vereisten overtreffen in het normale lettertype worden afgebeeld. Als er meer dan één JRE compatibel is met een verwerkingsomgeving, kunt u een standaard-JRE voor de omgeving selecteren door het vakje van de gewenste JRE aan te kruisen.

Voorkeurenpagina Verwerkingsomgevingen

Een buildpad of startconfiguratie met een verwijzing naar een verwerkingsomgeving is beter overdraagbaar dan een buildpad of een startconfiguratie met een verwijzing naar een expliciete JRE. De verwerkingsomgeving van een JRE kan immers onafhankelijk van de naam worden omgezet. Op het tabblad JRE of met behulp van de wizard Bibliotheek bewerken kunt u een verwerkingsomgeving voor uitvoeren en bouwen opgeven.

Tabblad JRE in dialoogvenster met startconfiguraties

Startvariabele voor systeemeigenschap

Met een nieuwe startvariabele kunt u dynamisch systeemeigenschappen instellen, zoals het Java-programma en VM-argumenten uit de Eclipse-runtime. Voor de variabele kunt u één argument gebruiken, dat overeenkomt met de naam van de eigenschap die tijdens het starten moet worden omgezet.

Naar de systeemeigenschap java.home kunt u bijvoorbeeld verwijzen met ${system_property:java.home}.

Tabblad Argumenten in dialoogvenster met startconfiguraties

Ondersteuning van evaluatie voor arrays

Voortaan zijn evaluaties en contenthulp ook beschikbaar voor Java-arrays. Gebruik this om naar een geselecteerde array te verwijzen.

Codehulp in view Variabelen

Java-threadgroepen

U kunt threadgroepen afbeelden in de view Fouten opsporen door de optie Threadgroepen afbeelden in het menu van de view aan of uit te zetten.

Threadgroeps inschakelen in de view Fouten opsporen

Geëxporteerde items van runtimeklassenpad

U kunt een runtimeklassenpad zodanig instellen dat dit alleen geëxporteerde items van het buildpad bevat. Standaard worden in een runtimeklassenpad alle items opgenomen (zowel niet-geëxporteerd als geëxporteerd).

Selecteer op het tabblad Klassenpad het standaarditem en klik op de knop Bewerken... om de optie te configureren.

Tabblad Klassenpad in dialoogvenster met startconfiguraties

Dialoogvenster Runtimeklassenpad bewerken

'Thread onderbreken' versus 'VM onderbreken'

Er is een optie toegevoegd aan de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Fouten opsporen openen Java > Fouten opsporen waarmee u kunt aangeven of bij nieuwe onderbrekingspunten één thread of de volledige VM moet worden onderbroken.

Voorkeurenpagina Fouten opsporen

Diversen

Indicator van Java-typen

U kunt de indicator van Java-typen inschakelen op de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Decoraties openen Algemeen > Presentatie > Labeldecoraties, zodat u het eerste type in een compilatie-eenheid of klassenbestand kunt achterhalen. Interfaces, annotaties en enums worden geaccentueerd, maar normale klassen niet.

Labeldecoratie Indicator van Java-typen

Verbroken geëxternaliseerde tekenreeksen zoeken

Door middel van een nieuwe actie kunt u naar verbroken geëxternaliseerde tekenreeksen zoeken. Ontbrekende, niet-gebruikte en dubbele reeksen worden gerapporteerd.

Actie Verbroken geëxternaliseerde tekenreeksen zoeken

U kunt het zoeken starten door een eigenschappenbestand, een pakket of een volledig project te selecteren en naar Bron > Verbroken geëxternaliseerde tekenreeksen zoeken te gaan.

Verbeterde ondersteuning voor Eclipse-mechanisme voor tekenreeksexternaliseringen

Voor het Eclipse-mechanisme voor het externaliseren van tekenreeksen bestaat nu dezelfde soort ondersteuning als voor traditionele tekenreeksexternalisering. Als u de muis boven een sleutel voor een geëxternaliseerde tekenreeks houdt in de Java-editor, wordt de bijbehorende geëxternaliseerde waarde afgebeeld.

NLS-voorgrondinfo

Houd Ctrl ingedrukt en klik op de sleutel om rechtstreeks naar de vermelding in het bijbehorende eigenschappenbestand te gaan. In de editor voor eigenschappenbestanden kunt u met Ctrl+klik achterhalen waar een sleutel in de code voorkomt.

Een type maken op basis van een codefragment

U kunt een codefragment met een Java-type rechtstreeks in een pakket of bronmap plakken om een nieuwe compilatie-eenheid te maken. Kopieert u bijvoorbeeld deze broncode:
package pack;
   public class HelloWorld {
      public static void main(String[] args) {
        System.out.println("Hallo wereld");
    }
}
Selecteer vervolgens een bronmap in de Pakketverkenner en druk op Ctrl+V (Bewerken > Plakken). Nu worden automatisch het pakket 'pack' en het bestand 'HelloWorld.java' met de gekopieerde code gemaakt.

hashCode() en equals() genereren

Er is een nieuwe actie beschikbaar om de methoden hashCode() en equals() te genereren. U kunt de velden selecteren waarop de implementatie moet worden gebaseerd.

Wizard hashCode() en equals() genereren

U kunt deze actie starten door een type te selecteren en naar Bron > hashCode() en equals() genereren... te gaan.

Code-indelingsprogramma vanaf opdrachtregel

Voor het indelen van broncode hoeft u de gebruikersinterface van Eclipse niet langer te starten, omdat er een vensterloos indelingsprogramma is toegevoegd. Het indelingsprogramma voor de opdrachtregel werkt op dezelfde manier als een standaard Eclipse-toepassing.

Met de volgende opdracht kunt u de bronbestanden in de map src indelen met de opties die in het bestand config.prefs zijn opgegeven:

eclipse -application org.eclipse.jdt.core.JavaCodeFormatter -config d:/config.prefs c:/src

Zie De formattertoepassing gebruiken voor meer informatie.

Ondersteuning voor Java-achtige extensies

Vanaf nu worden ook bestanden met een andere extensie dan .java, maar wel met Java-code, ondersteund. U kunt een Java-achtige extensie toevoegen via de voorkeurenpagina Voorkeurenpagina Contenttypen openen Algemeen > Contenttypen (typ Tekst > Java-bronbestand).

Pakketverkenner met 'Y.abc' als compilatie-eenheid