Eclipse-toepassingsstartprogramma
PDE biedt een Eclipse-toepassingsstartprogramma waarmee u uw plugin kunt uitvoeren en op fouten kunt controleren door een afzonderlijke Eclipse-toepassing te starten. Net als bij alle andere startprogramma's in Eclipse (bijvoorbeeld de Java-toepassings- en Java Applet-startprogramma's,...), kan het Eclipse-toepassingsstartprogramma worden opgeroepen via een snelkoppeling en worden de startconfiguraties ervan centraal beheerd in het dialoogvenster Startconfiguratie.
Starten via een snelkoppeling
Een snelle manier om een plugin te testen, is door een afzonderlijke toepassing te starten via snelkoppelingen van Eclipse-toepassingsstartprogramma die beschikbaar zijn als:
Snelkoppelingen voor startprogramma's zijn contextgevoelig. Als de geselecteerde resource een pluginproject of pluginmanifesteditor is die een toepassing (extensie org.eclipse.core.runtime.applications) of een product (extensie org.eclipse.core.runtime.products) declareert, wordt die toepassing of dat product door PDE gestart. De set met plugins waarmee PDE wordt gestart, is een minimale set die alleen bestaat uit de geselecteerde plugin en alle bijbehorende vereisten. Als de geselecteerde plugin zowel een productextensie als een toepassingsextensie bevat, prevaleert de productextensie.
Als de geselecteerde plugin geen productextensie of toepassingsextensie bevat, start PDE het standaardproduct zoals gedefinieerd in de sleutel eclipse.productvan het bestand config.ini dat zich in de directory ${target_home}/configuration bevindt. ${target_home} verwijst naar de locatie van het doelplatform zoals opgegeven op de voorkeurenpagina Venster > Voorkeuren... > Pluginontwikkeling > Doelplatform. Als het standaardproduct wordt gestart, bestaat de set plugins die bij het starten wordt gebruikt uit alle werkgebiedplugins en alle plugins die zijn geselecteerd op de voorkeurenpagina Doelplatform. Doelplugins waarvan de ID strijdig is met de ID van de werkgebiedplugin worden niet in de startconfiguratie opgenomen.
PDE maakt een nieuwe Eclipse-toepassingsstartconfiguratie en configureert deze met redelijke standaardwaarden. Dit wordt alleen gedaan indien nodig, en dus niet elke keer dat een snelkoppeling van een Eclipse-toepassingsstartprogramma wordt aangeroepen. PDE zoekt eerst naar bestaande Eclipse-toepassingsstartconfiguraties en gebruikt degene die al is gekoppeld aan het product dat of de toepassing die wordt gestart opnieuw. Als er meerdere bestaande startconfiguraties zijn gekoppeld aan het product dat of de toepassing die wordt gestart, geeft PDE een dialoogvenster weer met alle overeenkomende startprogramma's en laat PDE de gebruiker beslissen.
Een startconfiguratie aanpassen
Als u volledige controle wilt hebben over hoe u de Eclipse-toepassing opstart, kunt u een startconfiguratie maken en aanpassen in het dialoogvenser Startconfiguratie.
Het dialoogvenster Startconfiguratie kan worden opgeroepen via Uitvoeren > Uitvoeren... of Fouten opsporen > Fouten opsporen... vanuit het menu op het hoogste niveau. U kunt een nieuwe Eclipse-toepassingsstartconfiguratie maken door te dubbelklikken op het knooppunt Eclipse-toepassing in de structuurviewer aan de linkerzijde.
Een Eclipse-toepassingsstartconfiguratie bevat zeven tabbladen waarop u alle aspecten van de teststartconfiguratie kunt aanpassen. Raadpleeg de volgende documenten voor meer informatie: