Een Java-programma starten

U kunt een Java-programma op de meest eenvoudige manier starten door het uit te voeren met een startconfiguratie van het type Java-toepassing. Dit type startconfiguratie wordt gestart aan de hand van informatie uit de workbenchvoorkeuren en het Java-project van het programma.

  1. Selecteer in de Pakketverkenner de Java-compileereenheid die of het klassenbestand dat u wilt starten.
  2. Selecteer in het voorgrondmenu Uitvoeren als > Java-toepassing. U kunt ook Uitvoeren > Uitvoeren als > Java-toepassing selecteren in de menubalk van de workbench of Uitvoeren als > Java-toepassing in de keuzelijst Uitvoeren op de werkbalk.
  3. Het programma wordt gestart en tekstuitvoer wordt weggeschreven naar de view Console.

U kunt een Java-programma ook starten door een project te selecteren in plaats van de compilatie-eenheid of het klassenbestand. Hierbij wordt u gevraagd een van de klassen te selecteren waarin wordt verwezen naar een main-methode. (Als er slechts één klasse met een main-methode in het project wordt gevonden, wordt die klasse gestart en hoeft u deze niet zelf te selecteren.)

Verwante concepten
Java-views
Java-editor
Foutopsporingsprogramma

Verwante taken
Verbinding maken met een VM via de startconfiguratie Externe Java-toepassing
Een programma opnieuw starten
Uitvoeren en fouten opsporen
Uitvoeringsargumenten instellen
De uitvoering van een programma stapsgewijs doorlopen

Verwante onderwerpen
View Console
View Fouten opsporen
Pakketverkenner