In deze view kunt u de foutopsporing of uitvoering van een programma beheren in de workbench. Het stackframe van de onderbroken threads wordt afgebeeld voor alle doelen waarin u fouten opspoort. Alle threads in het programma worden afgebeeld als knooppunten in een structuurweergave. Het proces wordt afgebeeld voor alle doelen die u uitvoert.
Als de thread onderbroken is, worden de stackframes als onderliggende elementen afgebeeld.
Hieronder ziet u een lijst van alle opdrachten die u in de view Fouten opsporen kunt uitvoeren.
Opdracht |
Name |
Beschrijving |
Beschikbaar via |
---|---|---|---|
![]() |
Stack kopiëren |
Geselecteerde stack van onderbroken threads én de status van actieve threads naar het klembord kopiëren. |
Voorgrondmenu |
![]() |
Verbinding verbreken |
Verbreekt de verbinding van het geselecteerde foutopsporingsdoel met het foutopsporingsprogramma (bij foutopsporing op afstand). |
Voorgrondmenu en viewactie |
![]() |
Terug naar frame |
Met deze opdracht kunt u terugvallen en een opgegeven stackframe opnieuw activeren. Deze mogelijkheid lijkt op het "achterwaarts uitvoeren" en opnieuw starten van het programma als het gedeeltelijk is uitgevoerd. Om terug te vallen en een opgegeven stackframe opnieuw te activeren, selecteert u het stackframe waarop u de bewerking wilt uitvoeren en klikt u op Terug naar frame. Er zijn enige zaken waarmee u rekening moet houden:
|
Voorgrondmenu en viewactie |
Bewerken... | Opent het dialoogvenster voor startconfiguraties, zodat u wijzigingen kunt aanbrengen. | Voorgrondmenu | |
![]() |
Bronzoekopdracht bewerken | Opent het dialoogvenster voor bronzoekopdrachten, zodat u wijzigingen kunt aanbrengen. | Voorgrondmenu |
Zoeken... | Opent het dialoogvenster voor het zoeken naar elementen. | Voorgrondmenu | |
Gedeclareerd type openen | Opent het gedeclareerde type van het geselecteerde stackframe in een nieuwe editor. | Voorgrondmenu | |
Hiërarchie van gedeclareerd type openen | Opent de typehiërarchie van het gedeclareerde type voor het geselecteerde stackframe. | Voorgrondmenu | |
Eigenschappen |
Geeft de eigenschappen van een geselecteerde configuratie weer. Ook kunt u de volledige opdrachtregel van een geselecteerd proces bekijken. |
Voorgrondmenu | |
![]() |
Opnieuw starten |
Start het foutopsporingsprogramma voor het geselecteerde doel opnieuw. |
Voorgrondmenu |
![]() |
Alle beëindigde configuraties verwijderen |
Verwijdert alle beëindigde foutopsporingsdoelen uit de weergave. |
Voorgrondmenu en viewactie |
![]() |
Hervatten |
Hervat een onderbroken thread. |
Voorgrondmenu, menu Uitvoeren en viewactie |
![]() |
Monitors afbeelden | Kan afwisselend worden geactiveerd om monitors weer te geven of te verbergen. Opmerking: deze opdracht geeft monitorgegevens alleen weer als de onderliggende VM deze functie ondersteunt. |
Viewactie |
![]() |
Gekwalificeerde namen afbeelden |
Deze optie kan worden gebruikt om gekwalificeerde namen weer te geven of te verbergen. |
Viewactie |
![]() |
Systeem-threads afbeelden | Kan afwisselend worden geactiveerd om systeem-threads weer te geven of te verbergen. | Viewactie |
![]() |
Threadgroepen afbeelden | Kan afwisselend worden geactiveerd om threadgroepen weer te geven of te verbergen. | Viewactie |
![]() |
Stap in |
Stapt in een geaccentueerde instructie. |
Voorgrondmenu, menu Uitvoeren en viewactie |
![]() |
Stap over |
Stapt over een geaccentueerde instructie. De verwerking wordt voortgezet op de volgende regel in dezelfde methode of (als u aan het einde van de methode bent) in de methode waarvandaan de huidige methode is aangeroepen. De cursor springt naar de declaratie van de methode en selecteert de regel. |
Voorgrondmenu, menu Uitvoeren en viewactie |
![]() |
Stap uit |
Stapt uit de huidige methode. De verwerking wordt na voltooiing van de huidige methode beëindigd. |
Voorgrondmenu, menu Uitvoeren en viewactie |
![]() |
Onderbreken |
Onderbreekt de geselecteerde thread van een doel, zodat u onder meer code kunt bekijken, wijzigen en inspecteren en stapsgewijs de code kunt doorlopen. |
Voorgrondmenu, menu Uitvoeren en viewactie |
![]() |
Beëindigen |
Beëindigt een geselecteerd foutopsporingsdoel. |
Voorgrondmenu, menu Uitvoeren en viewactie |
![]() |
Beëindigen en opnieuw starten | Beëindigt een geselecteerd foutopsporingsdoel en start dit opnieuw. | Voorgrondmenu |
![]() |
Beëindigen en verwijderen |
Beëindigt een geselecteerd foutopsporingsdoel en verwijdert dit uit de view. |
Voorgrondmenu |
![]() |
Alle beëindigen |
Beëindigt alle actieve startconfiguraties in de view. |
Voorgrondmenu |
![]() |
Stapfilters gebruiken | Schakelt stapfilters in of uit. Als de optie is ingeschakeld, worden stapfilters door alle stapfuncties toegepast. | Voorgrondmenu, menu Uitvoeren en viewactie |
Foutopsporingsprogramma
Java-views
Lokaal fouten opsporen
Fouten opsporen op afstand
Startopties voor foutopsporingsprogramma wijzigen
Verbinding maken met een VM via de startconfiguratie Externe Java-toepassing
Verbinding met een VM verbreken
Een Java-programma starten
Foutopsporing voorbereiden
De verwerking van onderbroken threads hervatten
Uitvoeren en fouten opsporen
De uitvoering van een programma stapsgewijs doorlopen
Threads onderbreken
Voorkeuren voor foutopsporing
Acties Uitvoeren en Fouten opsporen
Views en editors