Als u de Navigator hebt omgezet in een snelview, verschijnt deze in de snelkoppelingenbalk zoals hieronder wordt weergegeven.
Als u wilt werken met een snelview moet u als volgt te werk gaan:
1. |
Klik in de snelkoppelingenbalk op de snelviewknop van de Navigator. |
2. |
U ziet dat de view Navigator uit de snelkoppelingenbalk schuift. |
3. |
U kunt de snelview van de Navigator op de normale manier gebruiken. |
4. |
Als u de snelview wilt verbergen, klikt u ernaast of klikt u op de knop Minimaliseren op de werkbalk van de snelview.
Opmerking Als u een bestand opent vanuit de snelview van de Navigator, wordt de snelview automatisch verborgen zodat u met het bestand kunt werken. |
Als u een gemaximaliseerde snelview weer wilt wijzigen in een view van normale grootte, selecteert u Herstellen in het voorgrondmenu van het pictogram in de linkerbovenhoek van de view. Als u een snelview opnieuw wilt instellen, sleept u de titelbalk van de snelview (of sluit u de snelview en sleept u de knop naar de snelkoppelingenbalk) en zet u deze als een normale view neer in de workbench.
Snelviews maken
Views openen
Views koppelen
Een view of editor maximaliseren
Een door de gebruiker gedefinieerd perspectief opslaan
Perspectieven opnieuw instellen