Versiebeheer: resources toevoegen en negeren

Wanneer u resources vastlegt, zijn er vaak resources die u niet in de repository wilt opslaan. Externe editors kunnen bijvoorbeeld tijdelijke bestanden in uw project maken, bij het compileren van java-bestanden kunnen er .class-bestanden worden gemaakt en sommige buildbewerkingen kunnen resulteren in binaire bestanden. Alles bij elkaar kunnen deze gegenereerde bestanden veel ruimte in beslag nemen. Ze kunnen ook opnieuw worden gegenereerd wanneer er een build wordt uitgevoerd, resulterend in veel uitgaande wijzigingen. Doorgaans zijn dit geen bestanden die u in de repository wilt laten staan of die u met andere leden van een team wilt delen.

CVS-team heeft twee bij elkaar behorende taken waarmee u kunt bepalen welke bestanden in de repository worden opgeslagen: een resource toevoegen aan versiebeheer en een resource overslaan.

Een bestand aan versiebeheer toevoegen

CVS-team voegt geen bestanden automatisch aan versiebeheer toe. Het is uw keuze om bestanden expliciet aan versiebeheer toe te voegen. U doet dit door het menu Team > Toevoegen aan versiebeheer te kiezen.

Wanneer u dit uitvoert op een bestand, wordt dat bestand aan versiebeheer toegevoegd. Het resultaat is dat de CVS-repository onmiddellijk een item maakt zodat het een historiestatus voor dat bestand kan gaan bijhouden. Dit gebeurt nog voordat u het bestand in de repository vastlegt.

Wanneer u een map of project toevoegt, wordt de bewerking ook doorgevoerd in de submappen, waarbij alle gevonden bestanden aan versiebeheer worden toegevoegd tenzij expliciet is opgegeven dat ze moeten worden genegeerd.

Tip: Wanneer u bestanden vastlegt en de selectie bestanden bevat die zijn toegevoegd aan versiebeheer, wordt u gevraagd of u deze bestanden wilt toevoegen. Dit is een handige functie die ervoor zorgt dat er geen nieuwe resources worden overgeslagen omdat ze per ongeluk nooit zijn toegevoegd.

Resources negeren

Er zijn verschillende manieren waarop u kunt opgeven dat resources door versiebeheer moeten worden genegeerd:

  1. U kunt gebruikmaken van een algemene voorkeursinstelling die u kunt gebruiken voor het negeren van bestanden en directory's waarvan de naam een bepaald kenmerk bevat. Als u bijvoorbeeld opgeeft dat alle /bin-bestanden moeten worden genegeerd, wordt elke resource met het kenmerk "bin" in elke directory in het werkgebied voor versiebeheer genegeerd. Met de voorkeurenpagina Team > Genegeerde resources kunt u resources globaal uitsluiten van versiebeheer.
  2. Elke resource die is gemarkeerd als afgeleid wordt automatisch voor versiebeheer door CVS-team genegeerd. Sommige builders, zoals de Java-builder, markeert alle uitvoer (zoals .class-bestanden) als afgeleid.
  3. CVS ondersteunt de creatie van een speciaal .cvsignore-bestand waarvan de inhoud beschrijft welke bestanden of mappen moeten worden genegeerd voor versiebeheer. Het .cvsignore-bestand past het patroon alleen toe op resources in dezelfde directory als het .cvsignore-bestand zelf.

Tip: zodra een resource onder versiebeheer valt, kan het vervolgens niet gemakkelijk meer worden genegeerd. Om deze reden moet u een expliciete opdracht oproepen om resources aan versiebeheer toe te voegen.

Verwante concepten
Programmeren in teams met CVS

Verwante taken
Een algemene voorkeursinstelling voor negeren opgeven
Het CVS-bestand .cvsignore schrijven
Vastleggen van wijzigingen
Bijwerken