Begin met het toevoegen van een methode door het volgende aan het eind van het bestand VectorTest.java te typen (maar vóór de sluithaakjes
van het type) in de Java-editor: public void testSizeIsThree()
Zodra u de naam van de methode in het editorgebied typt, wordt de nieuwe methode onderaan in de view Overzicht weergegeven.
Daarnaast verschijnen er foutannotaties (rode kaders) op de overzichtslineaal aan de rechterzijde
van de editor. Deze annotaties geven aan dat de compilatie-eenheid nog fouten bevat. Als u het tweede
rode kader aanwijst, verschijnt de voorgrondinfo: Ongelijk aantal haakjes; Syntaxisfout op token ")",
{ wordt verwacht na dit token. Dit komt doordat het corpus van de methode nog niet is gedefinieerd. De foutannotaties
in de linealen van de editor worden tijdens het typen bijgewerkt. Dit gedrag kan worden beheerd via de optie
Problemen melden tijdens het typen op de voorkeurenpagina
Java > Editor.
Klik op de knop Opslaan. De compilatie-eenheid wordt automatisch gecompileerd. Eventuele fouten worden weergegeven in de
view Pakketverkenner, in de view Problemen en op de verticale lineaal (links in de editor). In de view
Pakketverkenner, worden de fouten weergegeven tot en met het project van de compilatie-eenheid die de fout bevat.
Completeer de nieuwe methode door het volgende te typen:
{
assertTrue(fFull.size() == 3);
Opmerking: het sluithaakje wordt automatisch ingevoegd.
Sla het bestand op.
Nadat het ontbrekende haakje is toegevoegd, zullen de foutindicatoren verdwijnen.